'Ook onder vuur nemen aanvoer IS-troepen heeft weinig geen zin'
Nu de IS-troepen al deels tot in Kobani zijn opgerukt, rest alleen nog de mogelijkheid om de aanvoer van die troepen vanuit het achterland onder vuur nemen, "meent Rob de Wijk, directeur voor het Haags Centrum voor Strategische Studies. "Dat moet je ook wel doen, maar dat is zeer beperkt en het heeft niet zoveel zin."
De Syrische grensstad Kobani is bijna in handen van IS. Leden van de terreurgroep hebben de vlag al gehesen, al is het centrum nog steeds in handen van Koerdische strijders. Maar tegen de overmacht van IS lijken zij niet opgewassen. Inwoners van Kobani vluchten nu hun stad uit, die op enkele tientallen meters van de Turkse grens ligt. Toch zien de Amerikanen en hun bondgenoten geen reden om de stad zelf onder vuur te nemen.
"Dat is niet zo vreemd, want dan zou je de stad zelf moeten bombarderen. Ik heb begrepen dat er wel een aantal vaste doelen zijn gebombardeerd die te maken hebben met de commandostructuur van IS, maar meer kun je niet doen, want dan raak je allemaal burgers. IS zou wel willen dat de Amerikanen of andere bondgenoten de stad wél gaan bombarderen, ondermijnt dat het draagvlak voor een dergelijke operatie heel snel."
Commandostructuren
Ze mogen zichzelf dan Islamitische Staat noemen, van een echte staatsstructuur is volgens De Wijk in de verste verte geen sprake. "Er zijn geen ministeries, geen grote commandostructuren en -posten, geen hoofdkwartieren, dus je bent er vrij snel doorheen. Die doelen zijn wel gebombardeerd en kapot, dus het enige wat je nu nog kunt doen is doelen bombarderen met een directe relatie met de strijd om Kobani."