Van alle provincies, is Flevoland de provincie met de minste culturele instellingen per inwoner. Zuid-Limburg, de Wadden-eilanden en de grote steden doen het juist bovengemiddeld goed als het gaat om het aantal musea, pop-podia en andere cultuurinstellingen. Dat blijkt uit een analyse van kaartenmaker ESRI en BNR.
Verstedelijking
Dimitri Lahaut, coördinator van de Cultuur-index bij de Boekmanstichting, het landelijk studiecentrum voor kunst, cultuur en beleid, vertelt dat het logisch is dat een dunbevolkte gemeente als Flevoland onderaan de lijst eindigt. "Cultuur concentreert zich in gebieden waar veel mensen wonen. Daarnaast zetten (grote) steden kunst en cultuur ook nog eens in om zich nationaal en internationaal te positioneren. Je zou eigenlijk kunnen zeggen dat door verstedelijking en globalisering de verschillen tussen periferie en de steden wat betreft cultuur groter worden."
Economisch
Dat Zuid-Limburg hoog in het lijstje eindigt, is ook te verklaren, vertelt Lahaut. "De lokale politiek daar is zich er erg van bewust dat kunst en cultuur naast een gebruikswaarde ook een grote economische waarde hebben. Dat zit hem in Maastricht bijvoorbeeld in anderhalf miljoen bezoekers per jaar."
Cultuurlandschap
Uit de cultuur-index blijkt ook dat de bezuinigingen van de afgelopen jaren veel invloed hebben op het cultuurlandschap in Nederland. "Je ziet bijvoorbeeld dat veel vestigingen van bibliotheken zijn gesloten en dat inwoners het als reactie daarop zelf gaan organiseren", zegt Lahaut. "Er zijn zelf service bibliotheken opgestart en particulieren hebben soms zelfs hele boekenkasten in de voortuin staan."