
'Het was net zo onwennig als de groep 8-musical', vertelt ze lachend. 'Ze stonden allemaal zenuwachtig achter de schermen, want we zijn natuurlijk dol op routine. Het liefst speel je een voorstelling 120 keer en dan aan het einde denk je van een paar keer dat het écht goed ging. Nu sta je een beetje zonder materiaal. Brigitte Kaandorp ging bijvoorbeeld live de roddelbladen doornemen met het publiek, echt een mooie middag.'
Volgens De Breij was alles volledig geïmproviseerd en is er vrijwel niet geoefend. 'Het was allemaal vrij spel. Ik bedoel, ik loop altijd wel door mijn woonkamer wat grapjes te repeteren. Ik probeer grapjes dan ook altijd uit op mijn vrouw. Zij is lastig publiek, want ze lacht bijna nooit.'
Handhaving
Ondanks het feit dat he teen ludieke actie betreft, hebben verschillende gemeenten wel aangegeven te handhaven als zij dat nodig achtten. Zo heeft burgemeester van Amsterdam Femke Halsema het Concertgebouw een officiële waarschuwing gegeven, evenals de Kleine Komedie. 'Maar wel op een gedoogmanier', vervolgt De Breij. 'De directeur van de Kleine Komedie, Jörgen Tjon A Fong, kwam naar achter en zei dat we een officiële waarschuwing hadden gekregen. Gelukkig mochten we de voorstelling alsnog afmaken.'

Of het bij een eenmalige actie blijft, durft De Breij nog niet te zeggen. Wel spreekt ze voorzichtig uit hoop te hebben voor de nabije toekomst. 'Als je realistisch bent en naar de cijfers kijkt, zie je dat Omikron zo besmettelijk is als een gek, maar dat het best goed gaat met de ziekenhuizen. Het lijkt mij dat we hiermee hebben laten zien dat we inderdaad veilig open kunnen.'
Kort geding
Om de culturele sector weer open te breken, lijkt het De Breij een goed idee om een kort geding aan te spannen tegen de staat. 'Zoals ze ook in België hebben gedaan', vervolgt ze. 'We zijn niet op aarde om geld te verdienen. Ik bedoel niemand wordt violist of cabaratier omdat je daar zo rijk van wordt. Een enkeling heeft veel geluk, maar het gros heeft geen inkomen als ze niet spelen. Ik probeer zo goed mogelijk voor mijn eigen personeel te zorgen, maar als ik niet speel, heb ik geen inkomen. Verder doe ik wat ik kan, maar mijn personeel bestaat uit zzp'ers, maar die krijgen dus helemaal niks. En Tozo houdt ook een keer op.'
En daar ligt de haas ook in de peper volgens De Breij. 'Eerst werd men gedwongen om allemaal zzp'er te worden in de kunstsector, om op een soort marktmanier te denken over kunst', concludeert ze. 'Dat hebben we allemaal netjes gedaan. Maar dan stort de markt in, en steun je 'm niet. Dat is echt heel erg krom. Als er geen versoepelingen komen, komt er wat mij betreft een kort geding.'