Fact Club6 apr '13 02:10Aangepast op 6 apr '13 02:25

The Fact Club | Carola Schouten en Remco Dijkstra

Auteur: BNR Webredactie

Carola Schouten (CU) over de Anw: “De omvang van de groep is vrij stabiel. Het is niet een regeling die explodeert, of wat dan ook.” #feitoffabel 5 april: Carola Schouten over de Anw.

(bron: Pauw en Witteman)

Context: Carola Schouten doelt op het aantal personen dat een uitkering krijgt in het kader van de Algemene Nabestaandenwet. Over deze wet is deze week gedebatteerd in de Tweede Kamer. Staatssecretaris Klijnsma wil op de wet bezuinigen door de maximale duur van de uitkering te verkorten tot één jaar. Bij veel kamerleden, waaronder Schouten, is deze ‘bezuiniging op rouwen’ in het verkeerde keelgat geschoten.

In dit kader zat Carola Schouten dinsdag 2 april bij Pauw en Witteman en stelde ze dat de omvang van de groep die een uitkering krijgt in het kader van de Anw vrij stabiel is, en niet explodeert. Wij concluderen dat het aantal personen dat Anw ontvangt inderdaad niet “explodeert”, maar we zouden de groep toch ook niet als “vrij stabiel” willen karakteriseren, aangezien ze al jaren gestaag afneemt.

Om hoeveel mensen gaat het?
Het CBS publiceert maandelijks cijfers over het aantal Anw-uitkeringen. Deze tabel begint bij 2008.

Uit deze cijfers blijkt dat het aantal uitkeringen al sinds het begin van de publicatie daalt van 123 duizend (januari 2008) naar 75 duizend (december 2012, voorlopige cijfers). Het klopt dus dat de regeling niet ‘explodeert’, maar gezien de daling (hoewel deze vrij constant is) zouden wij hem ook niet ‘vrij stabiel’ durven noemen.

Ook wat betreft kosten explodeert de regeling niet.

De Algemene nabestaandenwet is ingevoerd in 1996, als opvolger van de Algemene Weduwen- en Wezenwet. Tussen de invoer van de Anw in 1996 en 2012 zijn de totale uitgaven gedaald van 2,11 miljard euro naar 0,84 miljard euro.

Deze afname is grotendeels te verklaren doordat de Anw strengere toegangsregels heeft dan haar voorganger. Zo is ze inkomens- en leeftijdsafhankelijk. Daarom is er minder instroom in de uitkering. Het aantal uitkeringen daalt sterk door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van uitkeringsontvangers die nog onder de oude AWW vielen.

Wie komen in aanmerking voor een Anw-uitkering?
De Algemene Nabestaandenwet is bedoeld als financiële compensatie voor personen van wie de (ex)partner of ouder is overleden. Er zijn drie verschillende Anw-uitkeringen.

1. De nabestaandenuitkering. Voor partners en voor expartners die alimentatie ontvangen.
2. De halfwezenuitkering. Voor ouders of verzorgers van kinderen onder 18 jaar van wie één ouder is overleden.
3. De wezenuitkering. Voor kinderen tot 16 jaar van wie beide ouders zijn overleden.

Op 26 maart heeft de Eerste Kamer besloten dat de halfwezenuitkering komt te vervallen, en dat in plaats daarvan de nabestaandenuitkering voor nabestaanden met een kind wordt verhoogd.

Weduwen en weduwnaars komen in aanmerking voor een Anw-uitkering als zij nog geen AOW ontvangen en de overleden partner verzekerd was voor de Anw. Daarnaast moet worden voldaan aan minimaal één van de volgende voorwaarden:

1: De nabestaande is geboren voor 1950.
2. De nabestaande heeft een kind, jonger dan 18 jaar.
3. De nabestaande is voor meer dan 45% arbeidsongeschikt.

Rutte II wil de maximale uitkeringsduur inkorten tot één jaar.

Wat levert deze bezuiniging op?
Volgens het regeerakkoord moet het terugschroeven van de maximale uitkeringsduur structureel (na 2017) een besparing opleveren van 74 miljoen euro. Ter vergelijking: Rutte 2 wil in totaal op Sociale Zekerheid structureel 4,877 miljard euro bezuinigen. De bezuiniging op de Anw is dus goed voor 1,5% van de bezuinigingen op Sociale Zekerheid.

Bronnen
CBS Statline: aantal Anw-uitkeringen
CBS Statline: kosten Anw/AWW
Rijksoverheid
Regeerakkoord Rutte II

 

Remco Dijkstra (VVD): “De enige situatie waarbij wij in Nederland last hebben van smog is op oudejaarsavond als al dat vuurwerk de lucht in gaat.” (bron: nu.nl)

Context: D66 dringt aan op een strenger smogalarm. Momenteel wordt er gewaarschuwd voor smog bij meting van 200 microgram fijnstof. Volgens D66 hebben kwetsbare groepen  al veel sneller last van fijnstof. Sommige andere landen, zoals België, waarschuwen al bij 70 microgram. Dijkstra meent dat D66 zich schuldig maakt aan bangmakerij.

Wat moeten we verstaan onder ‘last hebben van’?
Het is uiteraard moeilijk om te bepalen wat ‘last hebben van’ is. De een is kwetsbaarder dan de ander. Daarom zullen wij ook niet oordelen of het terecht is dat D66 een strenger smogalarm wil. Wel kunnen we iets zeggen over de concentratie van fijnstof in Nederland.

De EU heeft richtlijnen opgesteld voor de concentratie van stoffen die smog kunnen veroorzaken. Voor fijnstof (PM10) geldt dat bij een waarde onder de 50 microgram per kubieke meter sprake is van geen of geringe smog. Het streven is dat deze waarde niet vaker dan 35 keer per jaar wordt overtreden. Voor andere stoffen die voor smog kunnen zorgen (ozon, NO2, SO2)  is er een door Europa bepaalde ‘alarmdrempel’, waarboven wordt gesproken van ernstige smog. Voor fijnstof is deze drempelwaarde er niet. Nederland heeft bepaald dat de bevolking bij 200 microgram per kubieke meter actief wordt geïnformeerd.

Komt die 200 microgram vaak voor?
Nee, helemaal niet. Bovengenoemde getallen zijn daggemiddelden. Alleen tijdens de jaarwisseling wordt de 200 microgram overschreden. En soms ruim ook. Tijdens afgelopen jaarwisseling was de hoogst gemeten uurconcentratie fijnstof 1094 microgram (in Utrecht). Maar zelfs met een dergelijk extreme piek was het daggemiddelde 62 microgram. Daarmee was Utrecht het enige gebied dat überhaupt boven de grenswaarde van 50 microgram uitkwam.

Bij de jaarwisseling van 2008/2009 was wel sprake van daggemiddelden boven de 200, maar dit was een uitzondering.

Overigens is het niet zo dat alle regio’s in Nederland zich kunnen houden aan de 35 overschrijdingen per jaar.

Is de concentratie fijnstof hoger in stedelijke gebieden?
Ja. Atlasleefomgeving beschikt over een kaart met daarop het fijnstofgehalte per regio. Hieruit blijkt dat de hoeveelheid fijnstof in de steden (met name in de Randstad) hoger is dan in niet-stedelijk gebied. Ook is de concentratie fijnstof hoger bij drukke wegen en havens.

Is de concentratie fijnstof in Nederland hoog, vergeleken met andere landen?
De World Health Organization heeft het gehalte fijnstof in stedelijke gebieden internationaal vergeleken.* De top drie landen met een hoog fijnstofgehalte in stedelijke gebieden wordt bezet door Mongolië, Botswana en Pakistan. Nederland scoort op deze lijst een 68 plek  met 26 microgram fijnstof per kubieke meter lucht. Ter vergelijking: In Mongolië bevat de lucht in stedelijke gebieden gemiddeld 279 microgram.

De hoeveelheid fijnstof is Nederland ongeveer gelijk aan de fijnstof in de stedelijke gebieden in de landen om ons heen: Nederland (26 microgram), België (26 microgram), Duitsland (25 microgram), Frankrijk (27 microgram), Groot Brittanië (23 microgram).

*Kleine kanttekening bij deze vergelijking is dat niet alle gegevens uit hetzelfde jaar komen, en niet van ieder land data beschikbaar is.

Bronnen
GGD-richtlijn medische milieukunde: smog en gezondheid
aantal overschrijdingen EU-grenswaarden
vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013
Atlasleefomgeving
World Health Organization


Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen