The Beanery in Stedelijk krijgt opknapbeurt
AMSTERDAM (ANP) - Het Stedelijk Museum in Amsterdam gaat het kunstwerk The Beanery de komende maanden ingrijpend renoveren. De Amerikaanse kunstenaar Edward Kienholz (1927-1994) maakte deze grote installatie in 1965, waarvoor zijn stamkroeg The Original Beanery in Los Angeles als inspiratie diende.
Het Stedelijk verwierf The Beanery in 1970, waarna het een van de bekendste werken werd van het museum. Het 'café' trok altijd veel publiek en stond in principe altijd op zaal of was als bruikleen elders te zien. Door de permanente opstelling was er geen gelegenheid om het werk te onderzoeken en te behandelen. Ook had het museum geen restauratieateliers die groot genoeg waren.
Door de bouw van een nieuw depot en omdat het museum nog even gesloten is tot de heropening op 23 september, is restauratie nu wel mogelijk. Vooral de laag synthetische hars die Kienholz op zijn kunstwerk aanbracht, is voor de restaurateurs een grote klus. De laag is ernstig vergeeld en altijd plakkerig gebleven, waardoor het veel stof en vuil aantrok.
Cafégeur
Ook gaat het Stedelijk anders om met de typische cafégeur die Kienholz voor zijn kunstwerk had bedacht. Volgens de kunstenaar moet de geur worden samengesteld uit bier, ranzig vet, urine, mottenballen en as van sigaretten. In plaats van urine wordt nu ammonia gebruikt en het geurmengsel wordt niet meer verspreid via de caféventilator, maar bevindt zich straks in een open glazen pot. De restauratoren zullen thuis spek bakken om ranzig vet te verkrijgen.
The Beanery krijgt na de heropening weer een permanente plek in het museum.