Roemruchte faillissementen van naties
ATHENE (AFN) - Door de eeuwen heen zijn naties failliet gegaan. Hier volgen slechts enkele roemruchte voorbeelden:
Spanje 1557-1596: Mede door de slepende oorlog in de Nederlanden verklaart koning Filips II van het Spaanse Rijk zich in de 16e eeuw herhaaldelijk niet meer in staat zijn schulden te betalen.
Frankrijk 1789: Een van de belangrijkste redenen van de ondergang van de monarchie is de opeenstapeling van staatsschulden in de 18e eeuw. Die zijn onder meer een gevolg van het uitblijven van een doelmatig belastingstelsel en enorme leningen die Parijs heeft afgesloten voor de lopende uitgaven, inclusief de dure en vruchteloze bemoeienissen met de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog.
Denemarken 1813: Tijdens een bittere oorlog aan de zijde van Frankrijk tegen Engeland stort de economie in. De regering voert een nieuwe munteenheid in, de rigsbankdaler. Met deze hervorming laat ze na schulden te betalen, wat een bankroet van de staat inhoudt.
Latijns-Amerika 19e eeuw: Na hun onafhankelijkheid in de jaren '20 van de 19e eeuw lenen veel Latijns-Amerikaanse landen enthousiast geld voor hun ontwikkeling. Tal van landen bleken echter herhaaldelijk niet in staat hun schulden te betalen. De gebruikelijke gang van zaken is lang onderhandelen en dan de schuld voor een deel kwijtschelden en voor een deel herstructureren. Ecuador is bijvoorbeeld al zes keer bankroet gegaan sinds 1830.
Duitsland 1923/1929/1945: De kolossale herstelbetalingen aan de Geallieerden van de Eerste Wereldoorlog ondermijnen de economie. De geldontwaarding draait in 1923 uit op een desastreuze hyperinflatie waarmee het Duitse geld vrijwel waardeloos wordt (ruim 4200 miljard mark voor een US-dollar). Zes jaar later voltrekt zich een nieuwe crisis, de beurskrach. De VS hebben veel geld aan Duitsland geleend en willen geld terugzien. De Duitse overheid is feitelijk bankroet eind 1929. De ondergang van het Derde Rijk (1933-1945) betekent weer een nationaal bankroet.
Rusland 1998: De economische crisis in Rusland, mede veroorzaakt door wanbeleid en de dure oorlog in Tsjetsjenië, bereikt met de ,,roebelcrisis'' van augustus 1998 een climax. Het Kremlin devalueert de munteenheid en staakt betalingen aan buitenlandse crediteuren.
Argentinië 2003: Als gevolg van de zoveelste Argentijnse crisis, die van 1999-2002, zegt president Néstor Kirchner tegen zijn crediteuren dat Argentinië de 115 miljard euro schuld eenvoudig niet meer op kan brengen.
Zimbabwe 2009: Het chronische wanbeleid heeft de staat economisch weggevaagd. Het land heeft begin 2009 zelfs feitelijk zijn munteenheid afgeschaft, omdat die niets meer waard is. Het is een Afrikaans voorbeeld van het bankroet van een 'falende staat'.