LONDEN (AFN) - Britse parlementsleden hebben de toezichthouder op de bankensector FSA bekritiseerd omdat die niet heeft ingegrepen bij de overname van ABN Amro door Royal Bank of Scotland (RBS) in 2007. De overname, die de bank met Banco Santander en Fortis uitvoerde, leidde bijna tot de ondergang van RBS, dat vervolgens met staatssteun moest worden gered.
Een commissie van Britse parlementariërs vindt dat de FSA de overname had moeten stoppen. ,,De FSA had al in een vroeg stadium moeten ingrijpen. Een later stadium had ook gekund en gemoeten, maar dat zou moeilijker zijn. We hebben een toezichthouder nodig die het zelfvertrouwen heeft om in te grijpen, zelfs als dat tot enige destabilisatie op de korte termijn leidt'', aldus het onderzoeksrapport.
Ook wordt kritiek geuit op de weerstand van de FSA om een rapport te publiceren over de overname van ABN door RBS. De FSA deed onderzoek, maar weigerde in eerste instantie de uitkomsten naar buiten te brengen. ,,Dat laat een duidelijk gebrek aan inzicht van de FSA zien bij zijn plicht om zijn acties te verantwoorden aan het publiek en het parlement.''
Kredietcrisis
De overname van ABN door RBS, Fortis en Santander vond plaats vlak voordat de kredietcrisis uitbrak. Door de hoge kosten van de overname had RBS te weinig buffers om kapitaalverliezen op te vangen. Ondanks een aandelenemissie van 12 miljard pond moest de bank worden gered met 45 miljard pond aan staatssteun. De Britse overheid is nu grootaandeelhouder van de bank met een belang van 82 procent.
De Financial Services Authority (FSA) wordt volgend jaar vervangen door een nieuwe toezichthouder voor de financiële sector bij de Britse centrale bank, de Prudential Regulation Authority, en de nieuwe beurswaakhond Financial Conduct Authority.