'Nederland moet meer halen uit toptalent'
AMSTERDAM (AFN) - De overheid en het bedrijfsleven moeten op verschillende manieren de aanwas van veelbelovende toptalenten stimuleren om Nederland op termijn concurrerend en vernieuwend te houden. Volgens adviesbureau BCG dat maandag een rapport heeft overhandigd aan de Sociaal Economische Raad (SER), moet niet alleen worden gedacht aan het bevorderen van onderzoek, maar ook aan veranderingen op terreinen die minder voor de hand liggen.
Een van de aanbevelingen is dat kinderopvang aantrekkelijker moet worden, zodat toptalenten zich niet hoeven te bekommeren over hun kroost en meer tijd hebben voor de zaken waar zij goed in zijn. Een aanbeveling van hele andere aard is dat de aansprakelijkheid bij faillissementen zou moeten worden ingeperkt. Ondernemende talenten worden daardoor minder snel afgeschrikt om hun goede ideeën in de praktijk te brengen.
Daarnaast moet de overheid stappen zetten zodat talenten niet worden gehinderd door trage procedures voor vergunningen, verkeerde fiscale prikkels en een inflexibele arbeidsmarkt. Volgens de onderzoekers kan het bedrijfsleven in de toekomst alleen maar snel inspelen op veranderende marktomstandigheden als de overheid en bedrijven ervoor zorgen dat Nederland meer toptalent aantrekt.
Concurrentiekracht
In de ogen van BCG moet de overheid ook het probleem van het gebrek aan goede huurwoningen in veel steden aanpakken. Dat zorgt er nu voor dat toptalenten minder snel kunnen verhuizen. Mensen kunnen nu eenmaal sneller verkassen vanuit een huurwoning, dan vanuit een koopwoning. Hierdoor zullen toptalenten soms nieuwe ondernemingsmogelijkheden laten liggen en daarmee ook nieuwe kansen voor de concurrentiekracht van Nederland.
Ook het onderwijssysteem moet volgens het adviesbureau onderhanden genomen worden. Een langstudeerboete betekent een barrière voor het volgen van moeilijke studies. Het is volgens BCG verstandiger om studenten te verplichten ervaring op te doen in het buitenland. Daarnaast zou extra geld beschikbaar kunnen worden gemaakt voor bijscholing op latere leeftijd.
