Minister Servië: aanval Vucic moordaanslag
De aanval van een woedende menigte bij de herdenking van de val van Srebrenica op de Servische premier Aleksandar Vucic kan worden gezien als ,,een moordaanslag''.
Dat zei de Servische minister Nebojsa Stefanovic van Binnenlandse Zaken. Vucic moest hals-over-kop de herdenking op de begraafplaats bij Potocari verlaten, omdat hij werd bekogeld met stenen, flessen en schoenen. Het was voor het eerst dat een Servische minister aanwezig was op de herdenking van de val van de moslimenclave twintig jaar geleden.
"Dit is een schandalige aanval en het kan worden gezien als een moordaanslag.'' Stefanovic hekelt dat de Bosnische autoriteiten volgens hem niet konden instaan voor de veiligheid van de premier.
Vucic maakte een duidelijk statement door de herdenking van de val van Srebrenica bij te wonen. Het was voor het eerst dat een Servische premier bij die gelegenheid aanwezig was. Vucic wilde daarmee aangeven dat zijn land erkent grote fouten te hebben gemaakt, toen in 1995 bij Srebrenica duizenden moslims werden vermoord door Servische Bosniërs.
De bekogeling was een smet op de bijeenkomst. "Maar ik blijf mijn hand uitreiken naar de Bosniërs'', liet de premier vanuit Belgrado weten.
Vucic nam na de bekogeling snel de benen en vluchtte met zijn gevolg terug naar Belgrado. Hij werd door een steen in zijn gezicht geraakt, waarbij zijn bril kapot ging. ,,Het was een goed voorbereide en georganiseerde aanval'', liet hij weten. De regeringsleider riep zijn landgenoten op geen vergeldingsactie te doen. ,,Haat en woede is er genoeg geweest.''