
Daarnaast zijn de Verenigde Staten begonnen met het droppen van wapens, munitie en medicijnen voor de Koerden in Kobani.
Turkse Koerden mogen niet de grens met Syrië over om hun volksgenoten in Kobani te helpen, maar Koerden uit Irak nu dus wel. Minister Mevlut Cavusoglu van Buitenlandse Zaken zei maandag overigens niet op welke manier de Iraakse Koerden worden geholpen om de stad te bereiken. Cavusoglu maakte wel duidelijk dat elke samenwerking met de Syrisch-Koerische partij PYD uitgesloten is. Dat is de belangrijkste Koerdische groep die Kobani verdedigt. PYD wordt in Ankara gezien als een 'filiaal' van de Koerdische Arbeiderspartij PKK, die ruim 30 jaar in het zuidoosten van Turkije tegen het Turkse leger vocht. President Recep Tayyip Erdogan noemde de PYD daarom dit weekeinde nog een terreurorganisatie. Met de Koerden in Irak heeft de Turkse regering een veel betere verstandhouding.
De Verenigde Staten zijn zondagavond begonnen met het droppen van onder meer wapens voor de Koerden in Kobani, liet het ministerie van Defensie maandag weten. Het is de bedoeling dat er meer spullen worden gebracht, zodat de Koerden kunnen blijven vechten tegen IS. De goederen (wapens, munitie en medicijnen) zijn geleverd door de Koerdische autoriteiten in Irak. Behalve de droppings, voerden de VS zondag en maandag zes luchtaanvallen uit op stellingen van IS bij Kobani. Daarbij is ook een 'verdwaald' deel van de dropping gebombardeerd, om te voorkomen dat dat in handen van IS zou vallen.