Valencia verrast Real Madrid

De ploeg van trainer Nuno versloeg op eigen veld koploper Real Madrid met 2-1. Dat betekende voor de Madrilenen pas de derde nederlaag in het seizoen. De overige dertien wedstrijden werden gewonnen.

Real, dat 20 december nog het WK voor clubs won, kwam wel op voorsprong. Cristiano Ronaldo tekende voor zijn 26e treffer in vijftien wedstrijden. De Portugees benutte een strafschop. Valencia kwam in de tweede helft langszij via Antonio Barragán. De Argentijn Nicolás Otamendi bezorgde zijn ploeg na ruim een uur spelen zelfs de winst.

Voor de 'Koninklijke' kwam er met de nederlaag een einde aan de recordreeks van 22 overwinningen die de ploeg op rij had geboekt. De Madrilenen verloren voor het laatste op 13 september, in de stadsderby tegen Atlético: 1-2. Daarna volgden zes zeges in de Champions League, twee op het WK voor clubs, twee in de Copa del Rey en tien in de competitie.

Alba

Door de nederlaag had FC Barcelona later op zondag de kop over kunnen nemen van Real. Dan moest Barça wel winnen van Real Sociedad, maar dat gebeurde niet. De Catalanen gingen met 1-0 onderuit bij de laagvlieger. Jordi Alba zorgde met een eigen doelpunt voor die eindstand. Lionel Messi en Neymar begonnen verrassend op de bank.

Barça heeft door de nederlaag 38 punten na zeventien wedstrijden. Dat is er één minder dan de koploper. Real Madrid heeft echter wel een wedstrijd minder gespeeld. Valencia klimt door de zege naar de vierde plaats en heeft 34 punten uit zeventien duels.

Atlético Madrid staat na zeventien wedstrijden derde. De regerend kampioen versloeg zaterdag Levante al met 3-1. Dat gebeurde onder het toeziend oog van Fernando Torres. De Spaanse spits werd zondag aan het publiek van Atlético gepresenteerd. Torres maakte tussen 2001 en 2007 al furore bij Atlético. Het kind van de club keerde terug na mislukte avonturen bij Liverpool, Chelsea en AC Milan.