
Minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) heeft dat donderdag aan de Tweede Kamer laten weten.
Het onderzoek moet uitwijzen of tegen Van Duijn ook 'bijzondere inlichtingenmiddelen' zijn ingezet zoals tappen, observeren of volgen. Plasterk had Van Duijn eerder laten weten dat hij weliswaar jarenlang de aandacht had van de BVD, maar dat de bijzondere middelen nooit zijn ingezet.
Van Duijn gelooft dat niet en stelt dat de BVD hem onrechtmatig en onbehoorlijk heeft behandeld. Plasterk laat daarom een speciale commissie de zaak nog eens onderzoeken om voor eens en altijd duidelijkheid te krijgen.