
De Indi 500, de jaarlijkse autorace in Indianapolis, ging in 1911 van start. Zoals het kenmerk van de race in het Franse Le Mans is dat er 24 uur achtereen wordt gereden, is het bijzondere van de Indi dat de racers achtereen 500 mijl, ofwel 800 kilometer, doorjakkeren. Amerikanen zijn er helemaal weg van, al is Nascar, waartoe alleen auto’s worden toegelaten die uit de standaardproductie komen, nog veel populairder.
De staat is ook beroemd door het onevenredig hoge aantal honkballers, basketballers en ‘football’-spelers van topklasse, en om een aantal bijzonder goede universiteiten, waarvan de University of Indiana en Purdue echt uitblinken. Purdue, waar ik verschillende keren ben geweest, maakte enorme indruk op me door haar vooruitstrevende kunst- en technologische faculteit. Vooral die laatste is fascinerend, bijvoorbeeld door de luchtvaartopleiding. De eerste en – voorlopig – laatste Amerikanen op de Maan, Neil Armstrong en Gene Cernan, behoren tot een groep van niet minder dan 22 Purdue-alumni die een ruimtereis hebben gemaakt, inclusief Jerry Ross, recordhouder op het gebied van ruimtewandelingen. Misschien was hun grote inspirator oud-Purdue-student Cliff Turpin, die de gebroeders Wright (ook uit Indiana) hielp met het bouwen van het eerste vliegtuig ter wereld, dat in 1903 een stukje over het strand van North-Carolina vloog. In 1911 vestigde Turpin het hoogterecord, 2.865 meter, met een eigenhandig uit hout en canvas gebouwd vliegtuigje. Purdue was, in 1962, de eerste universiteit die een afdeling computerwetenschap opzette. En er worden meer vrouwelijke ingenieurs opgeleid dan waar dan ook in de Verenigde Staten.
Indiana is vaak het doelwit van spot. ‘Een hangplaats voor domme blanken’, ‘oh, zeker, ik heb Indiana gezien – vanuit het vliegtuig op weg naar Denver’, ‘gewoon plankgas doorrijden.’ Erg lovend zijn de Amerikanen niet over deze staat. Dat is flauw en onverdiend, en een beetje het equivalent van onze Belgenmoppen. Je zou kunnen zeggen dat de filmavonturier Indiana Jones zijn fictieve naam aan dat vooroordeel te danken heeft. Het effect van iemand die al zijn vijanden intellectueel en fysiek de baas is en desondanks Indiana heet, is een mooi gevonden knipoog.
Terwijl er, behalve Michael Jackson, een hoop bijzondere mensen vandaan komen. Jackson groeide, met zijn zeven broers en zusters, op in Gary, een stad die onder de rook ligt van Chicago. Daar maakte hij zijn debuut, als een van de Jackson Five, de act van vijf broertjes die door hun wrede, dictatoriale, maar ook zeer creatieve vader was bedacht. De negende en 23ste presidenten, William Harrison en zijn kleinzoon Benjamin Harrison, en een hele zwik vicepresidenten (waaronder Dan Quale, onder Bush sr.), ministers en belangrijke generaals. Maar ook de beroemde econoom en Nobelprijswinnaar Paul Samuelson, TV-presentator David Letterman, pianist en componist Cole Porter, kolonel Sanders (van Kentucky Fried Chicken), de beroemde gangsters Jimmy Hoffa en John Dillinger, zanger Axl Rose, filmsterren James Dean, Steve McQueen, Greg Kinnaer, Sidney Pollack en Shelley Long, auteur Kurt Vonnegut.
Nog een beroemde: de kerstman. In het stadje Santa Claus – het heet echt zo – komen elk jaar een half miljoen brieven van Amerikanen terecht, vooral van kinderen, met cadeauwensen en persoonlijke ontboezemingen. De gemeente heeft er een erezaak van gemaakt: iedere schrijver krijgt antwoord. In Santa Claus staat ook het oudste Amerikaanse pretpark, dat er al was voordat Walt Disney zijn parken opende.
Orville Redenbacher, in 1907 geboren in Brazil, Indiana, en afgestudeerd aan de landbouwfaculteit van Purdue, wordt wel eens de uitvinder van popcorn genoemd. Dat is waarschijnlijk niet juist, maar hij was wel de eerste die de massaproductie van gepofte mais ter hand nam. Momenteel komt negentig procent van de wereldproductie van popcorn (bijna allemaal geconsumeerd in Amerikaanse bioscopen of als snack bij de TV) uit Indiana.
En ja, hoor, ook in Indiana bestaat de gemeente Holland – al sinds 1858. Het gehucht telt nog geen driehonderd inwoners, maar Nederlandse wortels zijn Nederlandse wortels, zelfs midden in Indiana, een staat die ook in de negentiende eeuw al niet onmiddellijk op het netvlies kwam als je over emigratie droomde. Maar met Nederland blijkt het plaatsje helemaal niets te maken te hebben, nu niet, en vroeger al evenmin.
Hoezo dan Holland? Dat was bedacht door een Duitse immigrant, Henry Kunz, die boeren uit zijn geboorteland hielp naar Amerika te komen. Duitsland was getroffen door een ernstige economische crisis, en om aan geld te komen, gingen Duitse boeren jaarlijks in de oogsttijd als land-gastarbeider naar Nederland. Met dat spaargeld konden ze zich vestigen op een stuk land dat Kunz had gekocht, en symbolisch Holland noemde.
Natuurlijk heeft Indiana, net als andere Amerikaanse staten, erg grappige wetten. Zo is in het openbare onderwijs roddelen en kwaadspreken verboden, en wordt streng gestraft. En deze: het hebben van een snor is verboden voor mannen die verslaafd zijn aan zoenen. Dus zonder snor ga je maar lekker je gang.
Bernard Hammelburg is buitenlandcommentator van BNR Nieuwsradio.