
Vorige week stuurde het Openbaar Ministerie een email naar 22 handelaren die GBL open en bloot internet verkopen. Zij bieden het aan als schoonmaakmiddel, bijvoorbeeld om velgen te reinigen. ‘Wanneer GBL als schoonmaakmiddel wordt gebruikt heeft het een zuiverheidgraad van maximaal 60%. Maar GBL voor de productie van GHB heeft een zuiverheidgraad van 99,9 procent’, zegt Geldermans. 'In de brief aan de handelaren staat dat wij het aannemelijk vinden dat de stof zij verkopen voor de productie van drugs is’. Want hoewel GBL zelf dus niet strafbaar is biedt de opiumwet wel aanknopingspunten voor vervolging. In artikel 10 staat dat het voorbereiden of bevorderen van strafbare feiten zoals genoemd in Opiumwet strafbaar zijn. Dan wordt vooral gedoeld op de handel en productie van harddrugs. Onlangs deed de rechtbank in Den Haag een uitspraak dat handel in GBL onder dat artikel valt. Geldermans: ‘Er moeten voor zo’n veroordeling wel feiten en omstandigheden zijn waaruit blijkt dat het spul écht ten behoeve van de productie van GHB wordt verkocht. Bijvoorbeeld die hoge zuiverheidsgraad of een aan bepaalde klantenkring. Want het is raar wanneer de GBL voor de schoonmaakbranche bestemd zou zijn terwijl het in realiteit alleen in hoeveelheden van een liter opgekocht wordt door particulieren.’
Geen onschuldige partydrugs
Neeltje Geldermans is sinds december in functie als landelijk officier synthetische drugs . Vooral op het gebied van de grondstoffen gaan de ontwikkelingen razendsnel vertelt zij aan BNR juridische Zaken. Zij heeft haar scheikundige kennis dan ook rap bij moeten spijkeren. De officier stoort zich aan het imago van synthetische drugs als gezellige partydrug. ‘Zelfs al zijn de drugs zuiver en niet vervuild, ze blijven gevaarlijk en je kan alsnog dood gaan bijvoorbeeld oververhitting.’ Bij de internationale opsporing van drugsproductie zijn andere landen gedwongen met Nederland samen te werken. ‘Helaas is Nederland nog steeds belangrijk productieland van synthetische drugs. Het is een lucratieve business. Ik hoef me in het buitenland nooit persoonlijke te verantwoorden, maar ik vind het wel jammer dat Nederland nog steeds dat imago heeft’.