Erik Staal, oud-directeur van Vestia, zou over een periode van 8 jaar voor zes ton aan declaraties hebben ingediend, waarvan niet duidelijk is of het ook echt om zakelijke uitgaven gaat. Dat zegt zijn opvolger, interim-directeur Gerard Erents. De Raad van Commissarissen zou niet goed hebben toegezien op de uitgaven. "Normaalgesproken moet de Raad van Commissarissen declaraties accorderen. Dat is in dit geval niet gebeurt', zegt interim-directeur Gerard Erents tegen BNR.
“Mogelijk zitten er wel zakelijke uitgaven bij, maar dan moet het wel gespecificeerd worden”, zei Erents eerder vandaag in een interview met NRC. Het nieuwe bestuur van Vestia heeft Staal enkele keren gevraagd een “zakelijke onderbouwing” te geven. “Als dat niet gebeurt, moet hij ze zelf dan maar betalen.” Staal declareerde onder mee auto-, reis- en representatiekosten, vooral in het buitenland.
In februari moest Staal aftreden als directeur bij Vestia, toen bleek dat de corporatie in financiële nood was gekomen door te speculeren op rentestijgingen. De schade voor de corporatie was twee miljard euro.
Aandeelhouder
Vestia doet op dit moment ook nog een ander onderzoek naar zaken waar Staal bij betrokken was. Hij zou mede-aandeelhouder zijn geweest van bouwbedrijven en enkele bv’s die werkzaamheden verrichten voor Vestia. De Raad van Commissarissen van de corporatie wist daar niets van af.
Volgens de advocaat van Staal, Jurjen Lemstra, was zijn cliënt niet betrokken was bij de dagelijkse leiding van deze bedrijven. Er was, zegt de advocaat, daarom geen sprake van 'onoorbare handelingen'.
Staal noemt de beschuldigingen over declaratiefraude 'stemmingmakerij'. Hij zou veel van zijn zakelijke declaraties al hebben toegelicht, zegt zijn advocaat.