,,Als gevolg hiervan slaagt het CDA er ook weer steeds minder in haar
stempel te drukken op het beleid in de grote steden. De marginalisering
in die steden heeft vervolgens weer haar weerslag op het nationale
profiel. Wil het CDA breken met deze neerwaartse spiraal, dan moet zij
niet alleen regeren vanuit de Trêveszaal, maar juist via de
collegekamers in de steden'', oordeelt wethouder Klein (op de foto links).
Kennis en klompen
De koers die het CDA moet gaan varen, is een combinatie van ‘kennis
en klompen’, geïnspireerd op de koers van de CDU/CSU in Duitsland, stelt
Klein. ,,Zij combineren traditionele waarden met een open innovatief
beleid. Het CDA moet hiervoor twee belangrijke pijlers kiezen. In de
eerste plaats zijn dat onze traditionele Nederlandse waarden en normen
als gemeenschapszin en solidariteit. De tweede pijler wordt gevormd door
een innovatief én metropolitaans economisch beleid met een goede balans
tussen bedrijfsleven en duurzaamheid.''
Aansluiting zoeken bij allochtone kiezers
De steden zijn zelf ook aan zet, besluit Klein. ,,Het CDA moet meer
een volkspartij worden. In de steden betekent dat: meer aansluiting bij
de allochtone kiezers zoeken. Ook inhoudelijk moeten nieuwe keuzen
worden gemaakt. Het CDA moet instemmen met de zondagsopenstelling van
winkels. Steden groeien, dorpen krimpen. Den Haag breekt dit jaar de grens van
500.000 inwoners. Het nieuwe CDA begint in de stad. Sterke steden maken
van het CDA weer een partij met een duidelijk profiel.
CDA grijpt mis in steden
Onbegrip voor stedelijke problematiek heeft het CDA buitenspel gezet. Dat schrijft de Haagse CDA-wethouder Karsten Klein vandaag in dagblad Trouw.