
Tot nu toe zijn de Palestijnen in de Vergadering als waarnemer toegelaten zonder als staat erkend te zijn.
Erkenning als staat is voor de Palestijnen om tal van redenen belangrijk, onder meer om misdaden van het Israëlische leger tegen Palestijnse burgers te kunnen aankaarten bij het Internationaal Strafhof in Den Haag.
Palestina was liever volwaardig lidstaat van de VN geworden, maar dat is onmogelijk door het Amerikaanse veto in de Veiligheidsraad. De VS doen in de raad al jaren van alles om de belangen van Israël te beschermen.
‘Rampzalige
gevaar'
Abbas hekelde in zijn toespraak tevens het ‘rampzalige
gevaar' van de ‘racistische' Joodse nederzettingen in de bezette Palestijnse
gebieden. Die staan een vredesregeling via een tweestatenoplossing in de weg en
zijn volgens het volkenrecht illegaal, zoals het Internationaal Gerechtshof in
Den Haag, de hoogste juridische instantie ter wereld, in 2004 vaststelde.
Het koloniseren van bezet gebied is verboden volgens de Geneefse Conventies en kan als oorlogsmisdaad worden vervolgd door het eveneens in Den Haag gevestigde Internationaal Strafhof (ICC). Dat is nu nog niet bevoegd voor de bezetting van Palestijns gebied omdat Israël het ICC niet erkent en de status van Palestina als staat nu nog onduidelijk is.
Daarom gaf oud-ICC-hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo ook geen gevolg aan het Palestijnse verzoek om vermeende Israëlische misdaden tijdens de Gazaoorlog in 2008-2009 te onderzoeken.
Opwaardering
Een
staat kan alleen lid worden van de VN op voordracht van de Veiligheidsraad. Het
staat de Algemene Vergadering echter vrij een 'entiteit' als waarnemer toe te
laten, al dan niet met erkenning als staat. Abbas vraagt nu om opwaardering tot
'niet-lidstaat', een expliciete erkenning van Palestina als staat door de
internationale gemeenschap.
Eerder waren er jarenlang tal van andere 'niet-lidstaten' bij de VN, zoals Japan, (West- en Oost-) Duitsland en Zwitserland. De organisatie is na de Tweede Wereldoorlog opgericht als organisatie van de overwinnaars. Voormalige vijanden en neutrale landen werden niet meteen lid.
Arafat en PLO
De Algemene Vergadering van de VN erkende Arafats
Palestijnse Bevrijdingsorganisatie in 1974 als enige legitieme
vertegenwoordiger van het Palestijnse volk. De PLO kreeg de status van
waarnemer onder de vage omschrijving 'entiteit' (iets dat is), waarmee in het
midden werd gelaten of het om een staat gaat of niet.
In 1988 veranderde de Algemene Vergadering de naamgeving binnen het VN-systeem officieel van PLO naar 'Palestina'. Dit gebeurde enkele weken nadat de Palestijnse Nationale Raad de Staat Palestina had geproclameerd. In de erkenning als staat ging de Algemene Vergadering toen nog niet mee, maar de erkenning van de 'entiteit' onder de officiële naam Palestina was voor veel Palestijnen psychologisch gezien al een belangrijke stap vooruit.
Israël: uitspraak laterlijk
Premier Benjamin Netanyahu van Israël heeft de eerdere toespraak van de
Palestijnse president Abbas voor de VN donderdag 'lasterlijk' genoemd. In Israël hebben Joden en Arabieren officieel gelijke rechten, maar veel
Palestijnen klagen over discriminatie. Ook Israëlische mensenrechtenorganisaties
hekelen dat de staat Israël land van Palestijnen afpakt en aan Arabieren
slechtere faciliteiten ter beschikking stelt dan aan Joden.