Op 21 mei werd hij veroordeeld tot 18 jaar cel en tbs met dwangverpleging voor het misbruiken van 67 zeer jonge kinderen.
BNR-verslaggever Harmen van der Veen volgt de Amsterdamse zedenzaak op de voet en is niet verbaasd dat M. in hoger beroep is gegaan. "Robert M. heeft juridisch gezien niets te verliezen. Hij heeft eigenlijk al de maximale straf gekregen met tbs eraan. Hij heeft veel te winnen, want hij wil eerder beginnen met tbs. Dat hebben zijn advocaten ook gezegd. Daarmee kun je nog naar een andere rechter. En misschien heeft hij wel de hoop dat tbs eraf gaat. Dat is allemaal maar de vraag."
"Het verbaast me ook niet als ik kijk naar de persoon Robert M.", zegt Van der Veen. "Hij grijpt volgens mij elk moment aan om weer met de rechters in gesprek te gaan. Hij krijgt ook een nieuwe rechter. Dat opent voor hem misschien ook weer kansen om zijn verhaal opnieuw te brengen."
Tbs-maatregel
De verdediging van M. heeft er steeds op ingezet om de tbs-maatregel van tafel te krijgen. Het hoger beroep is zeer waarschijnlijk een tweede poging daartoe. Volgens Van der Veen gaan in het hoger beroep de verzachtende omstandigheden ook weer een belangrijke rol spelen. "Die veegde de rechter in Amsterdam eigenlijk met een grote veeg van de tafel omdat zijn spijt niet oprecht was. Zijn medewerking was instrumenteel."
Dat was het punt waarop M. met water naar de rechter gooide.
Rol van de ouders
"Interessant is nu welke rol de ouders krijgen en of ze überhaupt wel een rol willen", zegt Van der Veen. "Als je van hen uit redeneert en misschien ook wel vanuit de hele samenleving, zijn er weinig mensen die zitten te wachten op weer deze procesgang en weer de details en weer de confrontatie met Robert M. ."
Richard Korver, advocaat van de ouders van slachtoffertjes in de Amsterdamse zedenzaak, doet een dringend beroep op Robert M. om zijn hoger beroep in te trekken. "Zoals ook andere verdachten dat wel eens eerder hebben gedaan", zegt Korver op BNR. Het door M. aangevraagde hoger beroep komt bij zijn cliënten over als een klap in hun gezicht, zegt Korver op BNR. "Mijn cliënten willen dit kunnen afsluiten, maar door juridische procedures en alle aandacht, lukt dat niet", aldus Korver.
"Terwijl mijn cliënten nu juist heel graag er een streep onder hadden gezet en op vakantie waren gegaan in een poging deze ellende achter zich te laten. In plaats daarvan gaan zij nu op vakantie met de wetenschap dat zij volgend jaar nog met deze zaak bezig moeten zijn", vervolgt hij.
Korver vindt het "uitermate jammer" dat M. zich niet neerlegt de opgelegde straf. "Het stelt de ouders nogal teleur omdat ze de indruk hadden dat meneer Robert M., zeker met het gooien van water naar de rechter toen hij zei dat hij zijn spijtbetuiging niet geloofde, dat hij wel spijt had. En als je wel spijt hebt moet je ook de consequenties kunnen aanvaarden van je daden. En klaarblijkelijk ligt dat toch iets anders."
Niet bereikbaar
Volgens M.'s advocaat Tjalling van der Goot is M. vooral in beroep gegaan omdat hij het niet eens is met het vonnis van de rechtbank. En dat is volgens Van der Goot op te splitsen in twee onderdelen. "Enerzijds heeft dat
te maken met het bewijs. Namelijk de vraag of doorzoeking op de dag van de
aanhouding in december 2010, al dan niet rechtmatig is geweest." De verdediging is van mening dat dit niet het geval is en dat het bewijs daardoor moet worden uitgesloten.
"En in de tweede plaats, ten aanzien van het bewijs, speelt de vraag of er voldoende bewijs is voor de feiten waar geen beeldmateriaal voor is. Dan is er eigenlijk alleen een bekennende verklaring van de verdachte. Dus dat is meer de juridisch technische kant van de zaak", vervolgt Van der Goot.
"Anderzijds is het hoger beroep geënt op de vraag of de opgelegde straf en maatregel van tbs terecht zijn." Tijdens het proces tegen M. en diens partner Richard van O. pleitte de verdediging ook al voor een lagere straf. Daarbij speelt is het volgens Van der Goot belangrijk dat de hoogte van de gevangenisstraf niet is beïnvloed door de verzachtende omstandigheden.
"Denk aan de coöperatieve houding van onze cliënt, de verminderde toerekenbaarheid, de detentiesituatie, de spijt, de uitlatingen van autoriteiten en anderzijds de vraag of er al dan niet een tbs-maatregel moet worden opgelegd."
Inconsequent
Volgens Van der Goot zit er "iets inconsequents" in dat de rechtbank naast een heel hoge gevangenisstraf, ook een tbs-maatregel oplegt. "Omdat de rechtbank
zegt; 'u bent ziek, u heeft een stoornis, u bent geestesziek en moet behandeld
worden, maar u mag pas over achttien jaar naar de dokter'".
"En dat is voor onze cliënt voldoende alles bij elkaar genomen om de zaak in hoger beroep aan het gerechtshof in Amsterdam voor te leggen", zegt Van der Goot.
Richard van O.
De rechtbank legde Richard van O. 6 jaar cel op. Zijn advocaten zeiden direct na de uitspraak dat Van O. beroep aan zou tekenen tegen zijn vonnis, maar daarvan is bij de rechtbank nog niets bekend. De rechter sprak Van O. op een aantal belangrijke punten vrij, waardoor de straf aanzienlijk lager uitviel dan de eis van 12 jaar.