Onderzoek naar dodelijke schietpartij Den Haag

Zaterdagochtend kreeg de politie de melding dat er sprake was van een bedreiging door de 17-jarige jongen die een vuurwapen bij zich zou hebben. De politie gaf hem instructies die hij niet opvolgde.

Getuigen verhoord
Wat er daarna precies is gebeurd, wordt nog onderzocht, meldt het OM maandag. Het kondigt aan na afronding van het onderzoek naar deze zaak te beoordelen of de agent heeft gehandeld volgens de geldende instructies.

Verder is bekend dat diverse getuigen en de drie bij het incident betrokken politieambtenaren dit weekend zijn gehoord. "Daarnaast zijn beelden veilig gesteld en is sectie verricht op het lichaam van de overleden jongen", valt te lezen in het persbericht van het OM.

Stress
"Wat we zien is dat als agenten stress ervaren, ze een sterkere verwachting krijgen. Dat betekent dat voor hun gevoel de waarschijnlijkheid dat de verdachte met een vuurwapen tevoorschijn komt in ons experiment groter wordt", zegt  Arne Nieuwenhuys, onderzoeker en universitair docent aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

En de nauwkeurigheid wordt er ook niet beter op. Gestresste agenten nemen minder tijd en kijken minder goed naar hun doel. Dat kan verklaren waarom de 17-jarige jongen bij Hollands Spoor in zijn nek geschoten werd, al wil Nieuwenhuys daar niet te veel over speculeren. "Als agenten op de schietbaan schieten kunnen ze dat hartstikke goed, maar als het stressvol wordt is het lastiger."

Wat op een schietbaan ontbreekt is de stress van mogelijk terugschieten. Agenten trainen maximaal vier uur per jaar op schietvaardigheid. "Mijn commentaar is los van wat zich nu heeft voorgedaan dat die training een stuk realistischer mag, om te leren het wapen in stressvolle situaties goed te kunnen gebruiken en dat er trainingstijd bij mag om dat succesvol te laten zijn."

Terughoudend
Er wordt maandag nog aanvullend onderzoek op het treinstation gedaan. Het onderzoek is nog in volle gang en daarom zegt het OM terughoudend in de berichtgeving te zijn.