Natuurclubs moeten samenwerken
Het wordt hoog tijd dat natuurclubs in Nederland gaan samenwerken. Dat vindt ANWB-directeur Guido van Woerkom.
Een naam voor de nieuwe regionale organisatie heeft hij ook al: Nationaal Erfgoed. Guido van Woerkom legt uit dat er twee ontwikkelingen zijn die de nieuwe organisatie nodig maken. Zo hebben de bezuinigingen als gevolg van de economische neergang ook de natuurclubs geraakt. "Het nieuwe kabinet maakt niet ongedaan wat er in het verleden aan bezuinigingen zijn opgelegd. Je moet zorgvuldiger met het geld omgaan."
Daarnaast is het gat tussen consumenten en natuur groter geworden. "Het maakt ze niet uit waar ze wandelen. Ze willen plezierig kunnen wandelen en prettig kunnen recreëren in de natuur. Of het dan een landgoed is van Staatsbosheer, Natuurmomenten of de 12 Landschappen, doet er niet zoveel toe. Als je die twee dingen met elkaar combineert, kun je op regionaal niveau tot een goede slagvaardige organisatie komen", zegt Van Woerkom.
Nauwere betrokkenheid
Gevolg van de nieuwe organisatie is wel dat er in de
groene sector 1500 banen verdwijnen. En toch blijft het personeel, ook bij samenwerking, de grootste kostenpost. Andere bezuinigingen noemt Van Woerkom niet. Maar om de kosten verder omlaag te brengen pleit hij voor een nauwere betrokkenheid van het bedrijfsleven en de consument. "Wat ons betreft gaat het
er met name om dat we werken aan natuurbeheer die de toekomst aan kan."
Daar speelt vooral de regio een belangrijke rol in. "Als je dat doet, kun je er ook voor zorgen dat het bedrijfsleven en mensen zelf meer doneren en bijdragen om natuur in de regio in stand te houden. Die connectie tussen gebruikers en beheerders kun je sterker maken.
Voorbeelden in het buitenland
Van Woerkom noemt de Nationale Trust in Engeland als voorbeeld. "Die stimuleert verenigingen en stichtingen die een deel van het onderdeel voor
hun rekening nemen. In België, als er gekapt moet worden, zijn er
gemeenschappen die dat gezamenlijk doen en dan een deel van de houtopbrengst
krijgen."