
Olav Wagenaar, jurist bestuursrecht bij DAS, vertelt dat de uitspraak die de rechter deed in deze zaak duidelijkheid geeft over wanneer er een uitzondering gemaakt mag worden. "Of liever gezegd: over wanneer er geen uitzondering gemaakt mag worden. Want alleen als er zwaarwegende belangen zijn mag je zo'n concurrentiebeding opnemen in het contract. In deze zaak had de werkgever dat gedaan, maar daar ging de werknemer niet mee akkoord. Hij heeft het toen ter toetsing neergelegd bij de rechter. Die heeft het beding nietig verklaard."
Bedrijfsrisico's
De werkgever in kwestie had het concurrentiebeding in het contract opgenomen omdat hij de bedrijfsrisico's te groot vond. "Hij vond onder andere dat de opleidingen die hij gaf belangrijk waren voor zijn werknemers, hij gaf daar veel geld aan uit", vertelt Wagenaar. "En hij vond dat zijn werknemers te specifieke kennis hadden van het bedrijf, die ze mee zouden kunnen nemen naar de concurrent."
Verleden tijd
Wagenaar verwacht dat het conurrentiebeding uiteindelijk helemaal uit tijdelijke contracten zal verdwijnen. "Uit deze zaak blijkt wel dat je wel hele specifieke belangen moet hebben, wil je als werkgever zo'n beding mogen opnemen in een tijdelijk contract. Voor vaste contracten gelden andere regels, daarbij is er veel meer grond voor zo'n beding."