
In totaal zullen er in de wereldwijde competitie uiteindelijk vijf winnaars zijn, die de 1 miljoen euro moeten verdelen. Het geld is bedoeld om de ideeën tot uitvoer te brengen. "Naast budget is ook kennis en toegang tot de mode-industrie bij de prijs inbegrepen", vertelt Annet Veenstra, manager van H&M.
Uitdaging
"De modebranche staat voor een grote
uitdaging", zegt Veenstra. "Er moet kleding worden geproduceerd voor de groeiende
wereldbevolking, maar de impact van de mode-industrie op het milieu moet ook
worden verminderd. Dat kan door de productie van nieuwe kleding duurzamer aan
te pakken en ook door bestaande kleding zo veel mogelijk als grondstof voor
nieuwe kleding te gebruiken. Dat gebeurt nu nog niet op grote schaal."
Fast fashion
De Zweedse modewinkel heeft niet echt
het imago milieubewust te zijn. Fast fashion is het predicaat dat ketens als
H&M krijgen opgelegd. De collecties volgen elkaar snel op en de kleding is
goedkoop, iets wat kan uitnodigen tot sneller consumeren en meer weggooien. Dat
het veel meer impact zou hebben als H&M zou stoppen met het overspoelen van
de markt met nieuwe kleding, weerlegt Veenstra.
"Door bijvoorbeeld het gebruik van chemicaliën te verminderen, maar ook door te zorgen dat er met de kleding die men niet meer mooi vindt, iets goeds gebeurt. Daarom kun je je oude kleding al bij alle H&M-winkels ter wereld inleveren."
H&M is al langer bezig met het opkrikken van zijn vervuilimago. Zo is er de Conscious Collection en hangt er binnenkort een jeanslijn in de winkels gemaakt van oude spijkerkleding.