'De zaak is door de politie vooraf niet goed ingeschat'
Het lijkt er sterk op dat de antiterreuractie in de Brusselse gemeente Vorst, die vannacht werd beëindigd, heel anders uitpakte dan de politie had verwacht.
De grote actie begon dinsdagmiddag om 15.00 uur. Agenten werden beschoten toen ze een huis wilden doorzoeken. Vier agenten raakten lichtgewond. Een verdachte met een kalasjnikov kwam om het leven. De actie werd vannacht om 2.30 uur beëindigd. Premier Charles Michel zei dat een drama is vermeden. "We hebben geluk gehad.'' Het federaal parket geeft vanochtend om 10.30 uur een persconferentie over de antiterreuractie.
Bart Bekaert, hoofdredacteur van de nieuwsdienst van de Belgische Q-Music, heeft de indruk dat de politie hier niet op had gerekend. Franse bronnen melden dat een gewoon politieteam bezig was met het onderzoek. Bekaert: "Het begon als een routinematige huiszoeking. Er waren geen speciale teams of snipers bij."
'Niet zomaar appartementje'
Het lijkt historicus en arabist Pieter van Ostaeyen waarschijnlijk dat de agenten in Vorst zijn gestuit op een zogenoemd safehouse. "Het feit dat er daarna uiteindelijk toch wel bijna twaalf uur aan een stuk weerstand geleverd is, lijkt me me toch wel te wijzen op het feit dat dit niet zomaar een appartementje was waar toevallig één iemand verbleef." Van Ostaeyen vindt het veelzeggend dat agenten, toen zij probeerden binnen te komen, meteen door de deur heen zouden zijn beschoten. "Niet meteen het warmste welkom dat je iemand kan heten."
Alle vier agenten, twee met verwondingen en twee in shock, hebben inmiddels het ziekenhuis kunnen verlaten.
In verband met de gebeurtenissen komt vandaag de Nationale Veiligheidsraad bijeen. En hoewel de Belgische minister van Binnenlandse Zaken gisteren heeft aangekondigd dat het terreurniveau 3 - op een schaal van 1 tot 4 - voorlopig gehandhaafd blijft, zou daar volgens Bekaert vandaag misschien verandering in kunnen komen. "Daar gaat de Veiligheidsraad immers over."
Molenbeek
De huiszoeking stond in verband met de aanslagen in Parijs, maar men was niet op zoek naar de nog altijd voortvluchtige Salah Abdeslam. Van Ostaeyen vindt dat men zich bij antiterreuronderzoek in België de afgelopen maanden blind heeft gestaard op Molenbeek, een andere Brusselse gemeente. "Ik denk dat we het in een bredere context moeten bekijken en dat het effectief gewoon een probleem is van onze hoofdstad in zijn algemeenheid."