400 jaar oud vrachtschip wapende zich tegen piraten
In Lelystad wordt een scheepswrak opgegraven van ruim 400 jaar oud. Het gaat om een vermoedelijk Amsterdams vrachtschip, dat op de Zuiderzee is vergaan aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Opvallend genoeg had het schip een paar wapens aan boord. Een militaire escorte tegen piraterij?
In het schip vonden de archeologen drie rapieren (korte steekzwaarden) en twee hellebaarden. "Dat is te weinig om te zeggen dat het om een oorlogsschip gaat. Want dan had je ook kogels verwacht", zegt projectleider André van Holk, hoogleraar Maritieme Archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Volgens hem waren er militairen aan boord die het schip beschermden.
Watergeuzen
Die bescherming was voor een schip uit Amsterdam geen overbodige luxe. In die tijd werd de Zuiderzee onveilig gemaakt door de watergeuzen, die aan de zijde van Willem van Oranje vochten tegen de Spanjaarden. Amsterdam stond aan de kant van de Spanjaarden. Van Holk: "Amsterdamse vrachtschepen moesten via de Zuiderzee naar de Noordzee. Zij vormden een gemakkelijke prooi voor de watergeuzen, die een soort guerrillatactiek hanteerden."
Lading
Wat voor lading vervoerde het schip? Er zijn twee tonnetjes met ongebluste kalk aan boord gevonden. Dat werd gebruikt als grondstof voor metselspecie. De rest van de lading is eruit. Van Holk: "Er heeft natuurlijk veel meer lading in dat schip gezeten. Maar ook in de zestiende eeuw had men al manieren om kostbare lading te bergen."
Gekapseisd
Dan blijft nog de vraag hoe en wanneer het schip is vergaan. Had de oorlog daarmee te maken? Van Holk denkt eerder dat een ordinaire storm de boosdoener is geweest. Zo was er aan boord een stookplaats, gemaakt van tegels. "Deze was helemaal over de kop gegaan. Dat schip moet zijn gekapseisd door noodweer."
Ook het moment waarop het schip verging, is nog niet bekend. De onderzoekers hopen in de inventaris aan boord nog een voorwerp te vinden met een jaartal erop, zodat ze in elk geval kunnen vaststellen wanneer het schip nog in de vaart was. Het bouwjaar van het schip is wel bekend: 1553. Dat is vastgesteld door de jaarringen in het scheepshout te bestuderen.
Scheepskerkhof
Flevoland is het grootste scheepskerkhof op het droge ter wereld, zegt Van Holk. Op dit moment zitten nog resten van tientallen schepen uit allerlei periodes in de bodem. De toestand van veel van deze schepen wordt steeds slechter, bijvoorbeeld door het verlagen van de grondwaterstand. Van Holk: "Door de schepen goed te documenteren en te tekenen kun je de informatie erover nog behouden".
De opgraving van het scheepswrak duurt nog tot en met 29 juli en is via internet te volgen.
Foto's: Nieuw Land en International Fieldschool for Maritime Archaeology Flevoland (IFMAF).