
Het voornemen van het kabinet kon rekenen op afkeuring van de oppositie. Die vindt dat het verdrag over Europese samenwerking met Oekraïne van tafel moet. Het kabinet moet zo spoedig mogelijk de wet intrekken die het akkoord goedkeurt. Dat was de teneur bij het debat over het Oekraïne-referendum.
"Nee is nee. De uitslag moet onverkort worden overgenomen'', betoogde SP-Kamerlid Harry van Bommel. De PVV, eveneens fel tegenstander van het verdrag, hamerde erop dat de regering het volk serieus moet nemen. Het zou "bedrog'' zijn als de uitslag wordt genegeerd, aldus PVV-leider Geert Wilders.
Standpunt innemen
Ook oppositiepartijen die campagne voerden voor samenwerking met Oekraïne, vinden nu dat het verdrag niet kan doorgaan. CDA-kopstuk Sybrand Buma zegt met "pijn in het hart'' te constateren dat na het 'nee' intrekken onvermijdelijk is. Hij wees onder meer op de nadelige gevolgen voor Nederlandse ondernemers.
Ook D66 vindt dat de regering de uitslag moet respecteren. Kamerlid Kees Verhoeven wees wel op de verdeeldheid bij de tegenstemmers. Die hadden uiteenlopende motieven om nee te stemmen, benadrukte hij.
De twee regeringspartijen VVD en PvdA hielden zich op de vlakte. Zij willen wel dat de regering zo spoedig mogelijk met een standpunt komt.
Recht doen aan uitslag
De VVD spreekt over een ingewikkelde puzzel. De liberalen willen "recht doen'' aan de uitslag van het referendum, maar het is ook nodig te kijken wat dat nee betekent, aldus VVD'er Han ten Broeke. Hij benadrukt dat bijna 70 procent het niet nodig vond te stemmen.
PvdA-Kamerlid Michiel Servaes wil dat het kabinet met het nee-kamp in gesprek gaat. Net als de VVD vindt hij dat ook met het buitenland moet worden overlegd. Dit internationale verdrag is "complex en het is een kwestie van fatsoen om eerst met de internationale partners te gaan praten", meent hij.