Timmermans bezocht deze week het Nederlandse contingent van de VN-missie MINUSA in de stad Gao in Mali. Nederland draagt met zo'n 450 mensen bij aan de missie in de onstabiele Sahel-regio.
Het conflict in Mali leidde er volgens Timmermans toe dat een groot deel van het land niet meer onder centraal gezag stond. "Allerlei groeperingen hadden daar vrij spel. Daar zijn Al Qaida-achtige organisaties op afgekomen."
De reden dat Nederland deelneemt aan de VN-missie in Mali is vanwege nationaal belang, aldus Timmermans. "Die organisaties haten ons, die haten de manier waarop wij leven, die haten de manier waarop onze samenleving in elkaar zit. En die zijn van plan ook ons aan te vallen met terrorisme, met criminaliteit en andere vormen van destabilisatie."
Nederlandse bijdrage
Volgens Timmermans maken de Nederlanders in Mali een enorm verschil.
"Dit is voor het eerst dat een operatie van de VN een compleet ingerichte inlichtingenpositie heeft. Men weet dankzij de Nederlandse bijdrage, in die enorme lege ruimte die Noord-Mali is, nu veel meer waar de bewegingen zijn en waar onrust komt. Dankzij de informatie die Nederland aanlevert kan de VN beslissen waar troepen in te zetten en waar activiteiten te ontplooien."
Luister vanmiddag om 15 uur naar het programma De Wereld met daarin het maandelijks gesprek met Frans Timmermans, minister van Buitenlandse Zaken