In 2013 had huisarts Nico Tromp een doodzieke patiënt een zeer hoge dosis morfine toegediend, waarop deze patiënt kwam te overlijden. De behandeling was volgens de arts bedoeld als pijnbestrijding.
Een coassistent van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam was hierbij aanwezig en had haar twijfels over het handelen van de arts. Zij besprak het met haar begeleider in het AMC, die vervolgens de IGZ inlichtte. De inspectie schakelde het OM in.
De IGZ zette de huisarts op non-actief. Het OM begon een strafzaak. Kort daarna pleegde de arts zelfmoord.
Juiste conclusie
Naar aanleiding hiervan heeft een commissie de gang van zaken onderzocht. Deze concludeert dat het terecht was dat het OM een onderzoek begon naar de huisarts. Bij dat strafrechtelijk onderzoek is "uitdrukkelijk rekening'' gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de huisarts, concludeert commissievoorzitter Carel Bleichrodt.
Volgens de commissie is het onderzoek van het OM zorgvuldig en volgens de gebruikelijke procedures verlopen. Ook de IGZ trok volgens Bleichrodt de juiste conclusie nadat het AMC aan de bel had getrokken.
Communicatie moet beter
Wel had de afstemming tussen justitie en de IGZ soms beter gekund. De communicatie door de IGZ moet volgens de commissie in ieder geval worden verbeterd. Het optreden van het OM en de IGZ zorgde voor veel ophef onder huisartsen. Volgens de commissie moet de relatie tussen huisartsen en de IGZ verbeteren. Volgens de commissie is het zaak dat beide partijen elkaar gaan vertrouwen en dat de huisartsen het gezag van de inspectie accepteren.
Het kabinet neemt de aanbevelingen van de commissie over, zo laten de ministers Edith Schippers (Volksgezondheid) en Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) weten.