Volgens de advocaat die de families bijstaat, Job Knoester, willen de nabestaanden dat onafhankelijke experts het rechercheonderzoek nog eens tegen het licht houden.
Opheldering
“Het gaat om gevallen waarbij iemand om het leven wordt gebracht, maar de dader niet wordt gevonden”, zegt Knoester. “Denk aan de zaak Marianne Vaatstra, die veel in het nieuws is geweest. Het heeft ontzettend lang geduurd voordat de dader boven water kwam.” Ook familieleden van mensen die onder verdachte omstandigheden zijn verdwenen, hebben vaak behoefte aan opheldering. “Vaak heeft de familie het vermoeden dat het om een misdrijf gaat, maar zegt justitie: we weten het niet, het kan ook een vrijwillige verdwijning zijn. Dan wil je als familie zijnde dat ook een ander dan politie naar de vermissing kijkt.”
DNA-onderzoek
Volgens Knoester kun je een dergelijke commissie het beste vergelijken met de commissie die er nu ook is voor strafzaken waarbij iemand veroordeeld is. Die onafhankelijke werkgroep kan worden benaderd om nog eens verder onderzoek te verrichten en de zaak te heropenen.
Ontevreden
De families die Knoester bijstaat, hebben allemaal onvrede over de kwaliteit van het verrichte onderzoek. Ze vragen zich af of er wel alles is gedaan wat men heeft kunnen doen. “Met dat soort vragen kun je als nabestaande niet leven. Dan kun je geen begin maken met het verwerkingsproces. Je zou dan als nabestaande naar zo’n groep onafhankelijke deskundigen moeten kunnen stappen om te zeggen: dit zou nog een mogelijkheid zijn om te onderzoeken. De commissie zou de aanwijzingen vervolgens moeten kunnen doorgeven aan het Openbaar Ministerie.”