
Rineke van Kessel, directeur van FIOM, dat gespecialiseerd is in de begeleiding van vrouwen die afstand doen van hun kind, is het daarmee eens. "De vondelingenkamer heeft zowel te maken met onbedoelde zwangerschap als met afstamming."
Toch is de vraag of er een vondelingenkamer moet komen of niet, niet eenduidig te beantwoorden, vindt Van Kessel. Van de ene kant is het niet wenselijk dat moeders hun kind afstaan zonder dat het kind achter de afstamming kan komen, legt ze uit. Maar het is evenmin wenselijk, gaat Van Kessel verder, 'dat moeders wanhopig worden en misschien zelfs komen te overlijden'. Voor die groep is er geen andere mogelijkheid dan hun baby op een onveilige plek achter te laten.
Hulp verlenen
"Daarom ligt de focus wat ons betreft ook niet op de vraag of vondelingenkamer verboden moet worden - dat vinden we een negatieve benadering die niet bijdraagt aan een oplossing - maar op vroegtijdig en laagdrempelig hulp verlenen aan zwangere vrouwen."