Geen bloedtest meer nodig om coke op te sporen
Het Nederlands Forensisch Instituut heeft een nieuwe methode ontwikkeld om te achterhalen of iemand cocaïne heeft gebruikt of aangeraakt. Via een vingerafdruk.
Samen met de Britse Universiteit van Surrey is de methode ontwikkeld, die het verschil kan maken in veel drugszaken. Marcel de Puit, Vingerspoordeskundige van het NFI, vertelt dat er naar de chemische samenstelling van het vingerspoor wordt gekeken. "Er wordt met een groot apparaat een ionenstraal op het oppervlakte geschoten. Wat er dan van dat oppervlakte afschiet, kan getest worden op bijvoorbeeld afbraakproducten."
Zo kan niet alleen gekeken worden of iemand zijn handen vuil heeft gemaakt aan het goedje, het wordt ook meteen duidelijk of iemand er zelf gebruik van heeft gemaakt. "Cocaïne plakt heel erg, het draagt makkelijk over. Als je bijvoorbeeld een dollarbiljet zou hebben aangeraakt dat in contact is geweest met cocaïne, dan kan het al op je handen zitten. En heb je het gesnoven, dan is dat te zien aan de afbraakproducten die je lichaam afgeeft."