Ronald Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken, zegt tegen BNR dat het vooral gaat om het bijstaan van de gemeenten in het het doen van huisbezoeken. "We willen zo'n 15.000 adresfraudeurs opsporen. Dat doen we door te controleren of het klopt wat mensen op hebben gegeven. Het Rijk gaat 13 miljoen per jaar aan financiële steun verlenen aan de gemeenten voor het uitvoeren van de huisbezoeken, dat betaalden ze tot nu toe zelf."
Het gaat dus meer kosten, maar moet ook meer opleveren. "Het geld kwam niet bij de gemeenten terecht. Je zag het bijvoorbeeld terug in hogere belastinginkomsten, of minder uitkeringen, maar door de kosten minder te maken voor de gemeenten, zullen er ook meer opbrengsten vrijkomen."
Risicolijst
Een huisbezoek volgt als een adres op de risicolijst van de gemeente komt te staan. "Bijvoorbeeld wanneer bewoners van een huis wel erg vaak wisselen, of er te veel mensen staan ingeschreven. Maar we letten ook op studenten die onterecht uitwonende studiefinanciering krijgen, of mensen die een tweede huis verhuren zonder daar belasting voor te betalen. Ze krijgen dan de hypotheekrenteaftrek voor een huis waar ze niet wonen."
Fraude is een overtreding en het kan volgens Plasterk ook nog eens zorgen voor meer overtredingen in de toekomst. "Zoals bij mensen die denken - ik ga een beetje belasting betalen als de buurman dat niet doet -. Het is slecht voor het draagvlak van de sociale voorzieningen. In het geval van bijvoorbeeld fraude met studiefinanciering is het ook nog eens vaak één van de eerste volwassen handelingen van een student. Als die fraude meteen succesvol is, wat leer je dan voor de rest van je leven hè?"