Waaronder Cordaid-medewerker Femke Dekker, die door haar werkgever werd gesommeerd direct terug te keren naar Nederland. "Op een gegeven moment vlogen helikopters heel laag over Bangui, de hoofdstad van de Centraal Afrikaanse Republiek. We zagen rookpluimen en hoorden schoten en granaatinslagen rondom de stad."
Plunderaars
Naast het oorlogsgeweld vormen plunderaars ook een steeds groter risico voor hulpverleners. Dekker merkt dan ook dat zij steeds vaker het doelwit zijn. "Ons kantoor is bijvoorbeeld al twee keer geplunderd. Computers, auto’s en motoren zijn toen gestolen. Daar zit niet per se een strategische logica achter, ik vermoed dat de plunderaars economische motieven hebben."
Op dit moment is de situatie niet aan de beterende hand. Dekker noemt het een volledig fragiele staat. "In december zijn er verkiezingen, maar omdat het zo onrustig is worden deze waarschijnlijk uitgesteld. Naast de plunderingen is er veel criminaliteit en geen rechtssysteem."
Terug
Het is onduidelijk wanneer Dekker weer terug kan. "Mijn collega’s zijn twee weken na de evacuatie weer teruggekeerd om te kijken hoe we weer verder kunnen gaan, en welke projecten we kunnen voortzetten. Ik zit momenteel in Den Haag om hun te ondersteunen."
Geschiedenis
In 2012 is het conflict in de Centraal Afrikaanse Republiek begonnen. De Seleka rebellenbeweging, volgens Dekker voornamelijk bestaande uit moslims, pakten de wapens omdat verschillende akkoorden tussen hun en de regering niet werden nageleefd. Zij zijn uit het noorden opgerukt naar de hoofdstad in het zuiden, en hebben deze in 2013 ingenomen. Onderweg zijn ze erin geslaagd het grootste deel van het land in te nemen.
Als reactie is de 'zelfverdedigingsgroep' Anti-Balaka opgericht. Deze groepering bestaat volgens Cordaid voornamelijk uit christenen. Sinds 2013 zijn meer dan 400.000 mensen gevlucht door aanhoudend geweld.