Grote kunstjongens blijven zeer in trek
De handel in kunst is vorig jaar met 7 procent gekrompen tot 43 miljard. Dit blijkt uit een rapport van Tefaf, de antiekmarkt in Maastricht. Volgens Titia Vellenga van Tefaf is de crisis niet de belangrijkste reden voor de terugloop.
"De belangrijkste terugloop is in feite de verkleining van de markt in China. Die markt is met 24 procent teruggelopen, dat is een bedrag van ruim 3 miljard euro. Als je kijkt naar de totale waarde van de wereldmarkt was vorig jaar 46,4 miljard euro, nu 43 miljard. Dus dat is eigenlijk de verklaring voor die daling: de terugloop van China."
De Chinese kunstmarkt was vorig jaar nog de belangrijkste ter wereld, vervolgt Vellenga. "Maar nu is het opnieuw Amerika. Dat heeft te maken met het mindere aanbod in China, zeer hoogwaardige kunst tegen zeer hoge prijzen. Dat resulteerde in een lagere omzet."
Andy Warhol
Wat voor kunst zoal wordt beschouwd als hoogwaardige kunst? Vellinga: "Dat is kunst van kunstenaars die zeer hoog op de ranglijst staan, zeg maar wat men in de kunstwereld de 'blue chip'-kunstenaars noemt. Voorbeelden daarvan zijn Andy Warhol, Jeff Koons, hele grote jongens."
Juist in tijden van crisis kiezen mensen voor zekerheid, vervolgt ze. "Dat betekent dat de kunstenaars die echt heel goed presteren, zeer in trek blijven. Dat geldt in totaal voor de top van de kunstmarkt. Die heeft ook gewoon goed gepresteerd met een nadruk op de naoorlogse en hedendaagse kunst."