
De stijging laat zich vrij simpel verklaren, zegt Nora Steenbergen, onderwijsdeskunige bij het nationale centrum leerplanontwikkeling SLO. "Het is niet zo dat er steeds meer slimme kinderen bij komen, maar er gaat wel meer aandacht naar uit. Ook vanuit de politiek."
Als voorbeeld noemt Steenbergen de 10 miljoen euro die voormalig staatssecretaris van Onderwijs Sharon Dijksma in 2008 beschikbaar stelde om 'excellentie' in het basisonderwijs te stimuleren. "Daaruit zijn allerlei verrijkingsgroepen en projecten voor hoogbegaafde kinderen voortgekomen."
Noodzakelijk
Dat ondanks het stijgende aanbod de wachtlijsten steeds langer worden, heeft er volgens de onderwijsdeskundige mee te maken dat veel ouders willen dat hun kind gedurende heel de week dergelijk onderwijs volgen. "Terwijl het nog steeds de vraag is of dat wel noodzakelijk is."
Steenbergen zelf pleit ervoor dat scholen 'slechts' een of twee dagen in de week onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen aanbieden. Kinderen moeten volgens haar zowel in 'homogene als in heterogene' klassen les krijgen.
"Op die manier leren ze heel goed samenwerken. Ook komen er in gemixte groepen allerlei andere vaardigheden aan bod die ook heel belangrijk zijn om succesvol te zijn in het leven", aldus de onderwijsdeskundige.
Potentie
Dat neemt niet weg dat scholen wel degelijk oog moeten hebben voor niveauverschillen. "Op het moment dat je onderwijs krijgt dat
voor jou veel te gemakkelijk is, ontstaat de de kans dat je
achterover gaat hangen en misschien wel gaat onderpresteren", zegt Steenbergen.
"Elke potentie die erin zit, wil je eruit halen. Dat doe je met een aansprekend aanbod."