PISA-onderzoek: Nederlandse scholieren blinken uit in oplossen van problemen
Een mp3-speler programmeren of het juiste ticket voor de treinreis kopen? Nederlandse scholieren kunnen bovengemiddeld goed problemen oplossen, blijkt uit nieuwe cijfers van PISA 2012. Toch zouden de 15-jarige leerlingen die werden getest volgens OECD nog wel iets beter mogen presteren.
De jongeren bleken minder vlot dan verwacht bij het uitvoeren van creatieve taken. Om problemen op te lossen moeten scholieren volgens de studie bijvoorbeeld open staan voor iets nieuws of onzekerheid kunnen verdragen.
De beste resultaten komen uit Azië, en dan met name uit Singapore, waar 56 procent van de scholieren heel goed met complexe problemen kan omgaan. In een gemiddeld OECD-land is dat minder dan een derde van de scholieren. “Wie vandaag als 15-jaarige slecht is in het oplossen van problemen, gaat morgen als volwassene geen baan vinden”, zegt Andreas Schleicher, directeur Onderwijs en Skills bij OECD. “Politici en opleiders zullen hun schoolsysteem en lesroosters hervormen om het probleemoplossend vermogen van hun leerlingen te verbeteren, omdat daar veel vraag naar is vanuit het bedrijfsleven."
85.000 scholieren uit 44 landen hebben de PISA-test gedaan. Naast Singapore scoorde ook Zuid-Korea goed in de test. Westerse landen, zoals de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk en België, scoren evenals Nederland bovengemiddeld.
Hier kun je enige van de vragen zelf beantwoorden.
Details over de studie zijn er alleen voor sommige landen. In de informatie over Duitsland zitten ook cijfers voor Nederland: http://www.oecd.org/pisa/keyfindings/PISA-2012-PS-results-eng-GERMANY.pdf