
Volgens Brenninkmeijer stellen deurwaarders en overheidsinstanties de zogeheten beslagvrije voet, waar schuldeisers bij beslaglegging rekening mee moeten houden, vaak te laag vast. Daardoor komen veel mensen onnodig onder hun bestaansminimum terecht.
Levensonderhoud
De beslagvrije voet is het deel van het inkomen voor levensonderhoud en vaste lasten waar burgers recht op hebben. De
hoogte is wettelijk vastgelegd en is - bij voldoende
inkomen - minimaal 90 procent van de bijstandsnorm.
Brenninkmeijer: "Als mensen met schulden zitten en van verschillende kanten wordt dat geld opgehaald en er wordt geen rekening gehouden met dat minimum, dan komen mensen onnodig nog meer in de problemen en komen ook bijvoorbeeld kinderen in huis in de problemen."
Volgens hem houdt de overheid hier vaak onvoldoende rekening mee en hebben deurwaarders niet altijd de juiste gegevens.
Controleren
Brenninkmeijer vindt dat burgers hun beslagvrije voet beter moeten
controleren en bij misstanden aan de bel moeten trekken. Op de website van de Nationale Ombudsman staat een voorbeeldbrief waarin burgers een deurwaarder kunnen vragen om een berekening.
Ongeveer 400.000 keer per jaar leggen deurwaarders beslag op salaris of uitkering.