Tunesië erkent Syrië niet meer
Tunesië erkent het regime in Damascus niet langer als de regering van Syrië. Ook zal Tunesië de Syrische ambassadeur uitzetten.
Dat heeft de Tunesische regering zaterdag laten weten. Reden voor de maatregelen is het bloedbad dat Syrische troepen in de nacht van vrijdag op zaterdag aanrichtten in de stad Homs. Naar schatting meer dan 200 mensen kwamen om het leven door beschietingen.
"Er is geen andere oplossing voor deze tragedie dan de val van het regime van Bashar al-Assad en de opening van de weg naar democratie in Syrië", aldus de verklaring van de Tunesische regering.
Homs is een van de centra van verzet tegen het regime van de Syrische president Bashar al-Assad.
Russische delegatie naar Syrië
De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, en het hoofd
van de Russische inlichtingendienst buitenland, Michail Fradkov, reizen dinsdag
naar Syrië voor overleg met president Bashar al-Assad.
Onderminister Gennadi Gatilov van Buitenlandse Zaken liet later weten dat de Russische delegatie zal proberen een 'politieke oplossing' te vinden voor het bloedvergieten in Syrië.
Rusland is de trouwste bondgenoot van het omstreden regime in Syrië. Het land verzet zich in de VN-Veiligheidsraad tegen een resolutie waarin het geweld van het bewind tegen de oppositie wordt veroordeeld.
Arabische lente
Tunesië was het land waar de grote Arabische opstand eind 2010 ontbrandde.
President Zine al-Abidine Ben Ali was het eerste Arabische staatshoofd dat het
hoofd moest buigen voor de massale volksprotesten. Na de val van de autoritair
regerende Ben Ali zijn vrije verkiezingen gehouden.