Nieuws24 dec '12 09:20Aangepast op 24 dec '12 14:36

Uitbuiting kinderen: we zien maar het topje van de ijsberg

Auteur: Marjan van den Berg

De overheid onderschat het aantal kinderen dat seksueel wordt uitgebuit. Het wordt namelijk lang niet altijd gemeld als een kind slachtoffer is.

Dat zegt Corinne Dettmeijer, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.

Tussen 2007 en 2011 steeg het aantal gemelde slachtoffers van 716 naar 1222. Daarvan is 16 procent, oftewel bijna 200, jonger dan 18. Volgens Dettmeijer ligt dat aantal in werkelijkheid waarschijnlijk een stuk hoger. Ten eerste maakt niet iedereen een melding op de juiste manier. Bovendien zijn veel slachtoffers bij geen enkele instantie bekend. En daarnaast is bij meldingen vaak niet duidelijk hoelang de uitbuiting al aan de gang is. "De kans dat het aantal minderjarige Nederlandse slachtoffers aanzienlijk groter is, is aanzienlijk."

Niet verplicht
Dettmeijer stelt dat organisaties die met minderjarige slachtoffers in contact komen, dat lang niet altijd melden bij het Coördinatiecentrum Mensenhandel. "Het is voor hen niet verplicht. Het is wel de bedoeling dat ze dat doen. Ik heb hen dat ook eerder aangegeven." Probleem is dat het de organisatie soms niet duidelijk is hoe de situatie van een kind, bijvoorbeeld in het geval van een loverboy, precies in elkaar zit.

Opvang
Dit maakt een goede registratie lastig, terwijl het volgens Dettmeijer voor het beleid juist heel belangrijk is om de juiste cijfers te kennen. "Onlangs heeft de staatssecretaris van VWS een brief gestuurd aan de Kamer, waarin hij zegt dat hij het niet nodig vindt om categorale opvang van minderjarige Nederlandse slachtoffers van mensenhandel en loverboys in te stellen. Hij gaat uit van -denk ik- niet helemaal terechte cijfers en heeft onvoldoende zicht op hoe groot het probleem werkelijk is. Ik denk dat als hij dat beter in zicht heeft, dat hij eerder geneigd zal zijn om adequate stappen te nemen om ervoor te zorgen dat die meisjes goed behandeld worden."

Ongeveer eenderde van de slachtoffers komt uit Nederland, nog eens eenderde komt uit Afrikaanse landen onder de Sahara. Verreweg de meeste slachtoffer (82 procent) zijn vrouwen, die veelal in de seksindustrie belanden.

Verdachten van deze mensenhandel zijn mannen van rond de 30 jaar oud. Steeds vaker komen zij uit Oost-Europese landen zoals Bulgarije en Roemenië. Jaarlijks behandelt het Openbaar Ministerie 220 zaken tegen vermeende mensenhandelaren. Een vijfde wordt geseponeerd en in iets meer dan de helft van de gevallen komt het tot een veroordeling.


Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen