Tegengehouden Syriëganger voor de rechter
De man die door justitie wordt verdacht van het plannen van een jihadreis naar Syrië hoeft, als het aan het Openbaar Ministerie ligt, niet de cel in. Door een psychische stoornis is Mohammed G. wat betreft het OM niet toerekeningsvatbaar voor zijn strijdplannen.
Dat heeft de officier van justitie woensdag voor de rechtbank in Rotterdam gezegd.
Het OM eist wel dat de 24-jarige Rotterdammer een jaar lang wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis voor behandeling van zijn stoornis. Het Openbaar Ministerie (OM) zal daar de strafeis voor zijn geplande jihadreis bekendmaken.
G. werd in november samen met twee anderen gearresteerd door de Nationale Recherche. Twee van de drie verdachten hadden volgens justitie al een ticket op zak om van Brussel naar de grens van Turkije te vliegen. Bij de arrestaties vond de recherche onder meer steekwapens, afscheidsbrieven en jihadistische geschriften.
Toekomst
"Deze zaak is voor ons van belang, ook voor hoe we in de toekomst met dit probleem om moeten gaan. Daarom willen we graag een uitspraak van de rechtbank over de strafbaarheid van deze handelingen", zegt persofficier Bart den Hartigh.
"De vervolgvraag is wat voor straf de verdachte verdienen. In dit geval zijn er hele bijzondere omstandigheden van de verdachte. Hij eheft een psychische aandoening volgens de deskundigen, waardoor hem de feiten niet kunnen worden toegerekend. En dan kan je ook geen straf krijgen."
Nieuw wetsartikel
Bij deze zaak gaat het om een overtreding van een nieuw wetsartikel, dat in 2009 pas is ingevoerd in het Nederlandse strafrechter. Dat vertelt Geert-Jan Knoops, hoogleraar internationaal strafrecht. "Dat wetsartikel heeft Nederland ingevoerd naar aanleiding van een Europees verdrag ter voorkoming van terrorisme. Dat wetsartikel zegt eigenlijk dat het deelnemen of meewerken aan het trainingen voor terrorisme strafbaar is. Daar staat 8 jaar gevangenisstraf op. Het is bij mijn weten voor het eerst dat dit wetsartikel door het OM in Nederland, in een Nederlandse strafzaak, wordt gebruikt."
Afscheidsbrieven
"Een afscheidsbrief kan je om meerdere doeleinden hebben geschreven. Er moet echt bewijs zijn waaruit blijkt dat er trainingen zijn gevolgd - het kan niet zo zijn dat je alleen maar dit soort brieven hebt en daar zelf een interpretatie omgaat. En ten tweede moet duidelijk zijn dat die trainingen bedoeld zijn geweest om daarmee terroristische misdrijven te plegen of voor te bereiden", aldus Knoops, die denkt dat het een lastige opgave is om dit te bewijzen.
Complotten
Jihadgangers die worden tegengehouden, zoals G., zijn volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) potentieel gevaarlijk, omdat ze betrokken kunnen raken bij binnenlandse complotten, zoals eerder in andere landen is gebleken.