De frietkotcultuur behelst immers meer dan alleen de buitenstaande frituur, zegt Lefèvre tegen Europa-correspondent Anke Truijen. Sterker: het is typisch Belgisch cultuurgoed. En daarom zou de frietkot beschermd moeten worden, meent de beroepsvereniging. Lefèvre: "Het is de hele beleving van het frietgebeuren. Een Belg ziet veel meer dan een puntzak met frieten in. Hij voelt een thuisgevoel: traditie, nostalgie, gezelligheid. Laat ons daarom, hoe moeilijk het ook is om dat in een concreet plan te gieten, die Belgische gezelligheid erkennen."
Een pleidooi bij de Vlaamse Gemeenschap leverde in ieder geval al op dat het Franstalige en het Duitstalige Gewest - althans officieus - hebben toegezegd zich aan te sluiten bij de Vlamingen, mochten die overgaan tot officiële erkenning van de frietkotcultuur. "En dan zouden we één van de eerste dossiers zijn die door alle drie de gemeenschappen in België erkend zijn. Friet maakt eendracht!"
Gekoesterd
Het vak van friturist wordt al generaties achtereen gekoesterd in België. Het land kent de frietkot, de papieren puntzak en grootmoeders traditionele frieten. "Het is eigenlijk autotherapie", zegt Lefèvre, "een kwestie van onszelf eens een schouderklopje te geven en aan de bevolking te zeggen: 'het is hier helemaal niet zo slecht'."
De frituriste van Tervuursepoort in Leuven sluit zich van harte aan bij de woorden van Levèvre: "Het is toch wel een eer dat dat werk geapprecieerd wordt." Eindelijk erkenning voor een product waar België inderdaad al generaties in uitblinkt. "Ik heb in het buitenland nog nooit een friet gegeten zoals de onze."