Voorheen was dat ongeveer 10 procent. Dat blijkt uit cijfers van de Hartstichting en het ziekenhuis AMC in Amsterdam.
De kans op overleving is deels toegenomen doordat er op veel openbare plekken zoals kantoren en sporthallen en in politieauto’s defibrillatoren aanwezig zijn. "Dat vergroot de overlevingskans aanzienlijk’’, zegt cardioloog en onderzoekleider Ruud Koster van het AMC. Een defibrillator is nodig om het verstoorde hartritme te herstellen, waardoor het hart weer bloed door het lichaam kan pompen.
Koster begon 15 jaar geleden met het onderzoeken van de hulpverlening bij reanimaties in Noord-Holland.
Thuis
De meeste hartstilstanden gebeuren thuis, namelijk in zeven van de tien gevallen. "Het klinkt heel logisch, maar hoe eerder je erbij bent, hoe groter de kans op overleven. Vaak zijn omstanders al bezig met reanimeren als de ambulance komt.’’
Reanimeren
Reanimeren is overigens niet zonder risico’s. In meer dan de helft van de gevallen breken of kneuzen ribben van de slachtoffers. Soms is er ook blijvende schade. "Het komt gelukkig zelden voor dat mensen achteraf zeggen 'had me maar zo gelaten', omdat er blijvende zware schade is.''