Europa hoopt op snelle formatie Griekenland
De Europese Unie heeft zondag “de moed en de veerkracht'' van de Griekse kiezers geprezen, waarbij twee pro-Europese partijen een absolute meerderheid hebben gewonnen.
EU-president Herman van Rompuy en José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, zeggen in een gezamenlijke verklaring dat ze hopen dat de formatie snel verloopt. Na de vorige verkiezingen in mei mislukten drie formatiepogingen en een bemiddeling. Daarop werden de verkiezingen van zondag uitgeschreven.
Coalitie
Het vermoeden van Hein Roelfsema, internationaal econoom van de Universiteit van Utrecht, is dat de coalitie er snel kan zijn. “Op zich is dit scenario al redelijk lang bekend, dus ik kan me niet voorstellen dat er niet al allerlei bewegingen zijn geweest. Maar de vraag is of Samaras die moet gaan leiden of door meer technocratische mensen moet worden bevolkt."
Reddingsplan
Het Europese reddingsplan voor Griekenland lijkt te zijn gered door de uitslag van de verkiezingen. De conservatieve partij Nieuwe Democratie en het socialistische Pasok kunnen samen waarschijnlijk een absolute meerderheid in het parlement halen. Beide partijen willen zich aan de strenge voorwaarden van het Europese steunpakket houden, maar ook opnieuw onderhandelen.
“Het is zeker goed nieuws voor Europa en de euro. Ik denk dat daar geen discussie over zal zijn”, zegt Roelfsema maandagochtend op BNR.
“We hadden een groot probleem gehad als Griekenland niet in de euro was gebleven. Nu hebben we meer tijd om de crisis aan te pakken. Dat zal in Griekenland moeten gebeuren met een snelle coalitie, maar dan zal toch ook Europa het één en ander moeten doen om de Grieken op langere termijn binnen boord te houden.”
Schuld overnemen
Wat er volgens Roelfsema moet gebeuren, is dat we uiteindelijk een groot gedeelte van de Griekse schuld moeten overnemen. “De Grieken moeten hun huishoudboekje op orde brengen - en dat is terecht - maar dat moet niet betekenen dat ze zó veel moeten bezuinigen om de schuld terug te betalen. Ze moeten terug naar normale verhoudingen van begrotingsevenwicht en niet verder”, aldus Roelfsema.