"Vroeger was antiek een statussymbool. Dat is de afgelopen twintig jaar veranderd", zegt Trommelen.
De nieuwe generatie, die nu zijn huis inricht, zich vooral richt op een andere markt: design. "Ontwerpers als Jan des Bouvries zijn nu de grootste concurrent van de veilinghuizen", zegt de directeur.
Helft van de helft
"We veilen veel nalatenschap. Veel mensen verwachten ongeveer de helft van de hypotheekwaarde voor hun meubels te krijgen, maar dan gaat daar dan nog de helft vanaf. Dat is vaak heel pijnlijk."
"Voor de koper dit natuurlijk wel fantastisch nieuws", zegt Trommelen. "Je kunt voor een hele schappelijke prijs je huis heel leuk inrichten. Bovendien: wie nu tienduizend euro investeert in zijn interieur, kan dat geld vijf jaar later weer terugverdienen bij de verkoop. Veel verder zal de prijs van antiek niet dalen, het dieptepunt is nu wel bereikt."
Toekomst
Wie nog langer wacht, loopt misschien zelfs wel de kans dat de meubels weer iets in prijs zullen stijgen.
“Ik kwam laatst een oude antiquair tegen van 87 die zei: 'In de jaren ’60 stond ook het antiek ook aan de straat, dus heb hoop'", sloot Trommelen hoopvol af.
Antiek daalt in waarde
De gemiddelde antiekprijs is met 50 tot 70 procent gedaald. Dat zegt Peter Trommelen, directeur van veilinghuis De Eland in Amsterdam. "Een kast die vroeger 30.000 gulden kostte, worden nu nog maar getaxeerd op 1000 of 2000 euro", vertelde Trommelen tegen Paul van Liempt in het programma Aan De Slag op BNR.