Alles wijst erop dat de voormalige Republikeinse Senator Chuck Hagel opvolger wordt van de huidige defensieminister Leon Panetta. Maar ondanks die partijband zijn het juist Republikeinen die al wekenlang vechten tegen de mogelijke benoeming van Hagel.
Ongeschikte leider
De Republikeinse
senator Kelly Ayotte en haar vrees dat Chuck Hagel ongeschikt is om het Pentagon
te leiden. De belangrijkste kritiek op Hagel van Republikeinen is dat hij nooit
voldoende krachtig zou zijn geweest in zijn steun voor Israël en dat hij slap zou
zijn in de confrontatie met Iran.
Anti Hagel-spots
Neoconservatieven
en andere Republikeinen hebben als schot voor de boeg al tv-spotjes tegen Hagel
uitgezonden. Kritiek vooraf tegen een mogelijke ministersbenoeming door Obama
maakte het eerder al onmogelijk voor de president om zijn eerste keus voor
minister van Buitenlandse Zaken, VN-ambassadeur Susan Rice te nomineren. Hij
wil zich waarschijnlijk niet twee keer achter elkaar vooraf al de wet laten
voorschrijven door de oppositie.
Obama sprak zich vorige week gedecideerd uit over Hagel.
Foute uitlatingen over homo's
Een andere klacht
tegen deze gematigde Republikein door meer rechtse Republikeinen is dat hij
foute dingen heeft gezegd over homo’s. Specifiek 15 jaar geleden in een
hoorzitting over de benoeming van de beoogde ambassadeur voor Luxemburg, James
Hormel. Die werd toen door Hagel kritisch “een openlijke, agressieve homo”
genoemd.
Geen reden voor diskwalificatie
Obama’s waarschijnlijke kandidaat-minister heeft zich verontschuldigd
voor zijn uitspraken. Ook daarom, zei Obama, is dat nu geen reden meer om Hagel
te diskwalificeren.
Payback
De Senaat moet een
ministersbenoeming door de president goedkeuren. Normaal hebben senatoren of
oud-senatoren daarbij een streepje voor bij hun collega’s. Maar wat
Republikeinse senatoren betreft niet Chuck Hagel. Mogelijk wordt hij door hen nu
afgerekend op de onafhankelijke standpunten die hij soms tegen zijn partij
innam. Zoals zijn scherpe kritiek indertijd op de uitvoering van de Irak-oorlog
van de toenmalige president George W. Bush en de neo-conservatieven in
Washington.