DNB: kwaliteit pensioenbestuurders moet omhoog
Volgens De Nederlandsche Bank (BND) is de kennis bij een derde van de kandidaat-bestuursleden van pensioenfondsen onder de maat. Van de 405 aankomend bestuurders die op hun kennis werden getest moeten er 99 zich laten bijscholen.
Negen kandidaten werden helemaal afgewezen. DNB geeft aan dat de kwaliteit van pensioenbestuurders echt omhoog moet.
Toch zegt Gert Kloosterboer van de Pensioenfederatie dat je niet kunt zeggen dat kandidaat-bestuursleden slecht zijn. "Er zijn er inderdaad negen afgewezen door DNB, maar van een kleine honderd is gezegd dat ze goedgekeurd zijn, ze moeten zich alleen op kleine onderdelen bijscholen."
De 99 aankomend bestuursleden die zich moeten laten bijscholen halen volgens Kloosterboer de maatstaf voldoende en worden daardoor door DNB wel toegelaten als bestuurder. "Met andere woorden: de bank heeft er vertrouwen in dat waar zij nu nog aan moeten trekken, dat ze dat kunnen en zullen doen."
Diverse hoeken
Volgens Kloosterboer kun je niet zeggen dat de bestuurders die niet over de juiste kwaliteiten beschikken, uit een specifieke hoek komen. "De bestuurders worden voorgedragen door vakbonden, werkgeversorganisaties, beroepsgenoten en oudere organisaties. Ze kunnen uit diverse hoeken richting die bestuurstafel komen. Ik denk niet dat je kunt zeggen dat met name bij de vakbonden of de werkgeversorganisaties de aantallen zitten waar nog wat moet gebeuren."
Hij stelt dat het signaal van De Nederlandsche Bank wel serieus moet worden genomen. “We vinden het ook goed dat De Nederlandsche Bank daar scherp op is, want goede pensioenfondsen zijn gebaat bij goede bestuurders. Dus dat appel van De Nederlandsche Bank ondersteunen we vanuit de Pensioenfederatie van harte. Pensioenbestuurders moeten goed voorbereid zijn op de taak die ze hebben. En die taak wordt steeds complexer."
Kloosterboer benadrukt dat ook zittende bestuurders berekend moeten zijn op hun taak. "Dat betekent dat DNB ook hun functioneren goed en scherp in de gaten moet houden."