
Noodhulpcoördinator Valerie Amos voegt daar aan toe: "Ik hoop dat dit in de komende 48 uur aanzienlijk zal verbeteren. Ik heb het gevoel dat we mensen in de steek hebben gelaten." Ze zei dat in Manilla na een bezoek aan de zwaar getroffen stad Tacloban.
Groeiende druk
De Filipijnse president Benigno Aquino staat in eigen land onder
groeiende druk om de distributie van voedsel, water en medicijnen aan de
slachtoffers te versnellen. Ook moet hij ervoor zorgen dat de lokale
overheden, die in de rampgebieden deels zijn uitgeschakeld, weer aan de
slag kunnen gaan.
Zo heeft het bestuur van Tacloban maar 70 van de normaal gesproken 2500 medewerkers tot zijn beschikking. Ze zijn gedood, gewond of hebben familie verloren. Een probleem is ook het gebrek aan vrachtwagens. Daardoor moet een keus worden gemaakt tussen het rondbrengen van levensmiddelen en het ophalen van lijken.
Controverse
Aquino heeft ook voor controverse gezorgd door te zeggen dat het
dodental door de tyfoon waarschijnlijk 'dichter bij de 2000 of 2500
ligt' dan bij de 10.000. Overheidsfunctionaris Tecson Lim van Tacloban
had dat cijfer genoemd als het dodental voor alleen al zijn stad.
Lim denkt dat Aquino met zijn lagere schatting vooral de paniek heeft willen wegnemen. Burgemeester Alfred Romualdez van Tacloban is ook pessimistisch. "Het is eng. We krijgen een verzoek om vijf of tien lijken op te halen. Als we er zijn, blijken het er 40''.