
Als de ministers van Buitenlandse Zaken er niet uit waren gekomen dreigden alle sancties tegen Syrië te vervallen. En dat moest volgens minister Frans Timmermans van Buitenlandse zaken koste wat kost voorkomen worden. Zo zou president Bashar al-Assad in dat geval al komend weekend alle bevroren tegoeden van zijn regime kunnen opnemen en kunnen inzetten voor de strijd, zegt parlementair verslaggever Hugo Reitsma.
Jihadstrijders
Vooral Frankrijk en Groot-Brittannië drongen erop aan om wapenleveranties aan
gematigde krachten binnen de oppositie per augustus weer mogelijk te maken. Of
dát gaat lukken iets oplevert is volgens ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind
ernstig de vraag. "Het beeld dat nu ontstaat is dat we er alles aan doen
om jihadstrijders niet te laten afreizen naar Syrië. Wat nu gebeurt is mogelijk
dat jihadstrijders een cadeautje krijgen, namelijk de modernste wapens van het
Westen om de strijd alsnog te voeren."
Voordewind heeft daarom zijn twijfels of er goed is doorgedacht door de ministers van Buitenlandse Zaken wat de uiterste gevolgen zijn van het feit dat de oppositie ná 1 augustus probleemloos aan wapens kunnen komen. Maar dat beeld past volgens Timmermans niet bij de realiteit. "Als er groeperingen zijn die nu ongelimiteerd toegang hebben tot de vreselijkste wapens, zijn het de jihadisten. De inzet van de Fransen en de Britten is dat juist de gematigde krachten binnen de coalitie nu geen wapens hebben."
Geen wonderen
Het goede nieuws, meent buitenlandcommentator Bernard Hammelburg, is dat
iedereen hoopt dat de vredesconferentie met de Amerikaanse en Russische
ministers van Buitenlandse Zaken, Kerry en Lavrov, over twee of drie weken van
start kan gaan. "Daar moet je je ook geen wonderen van voorstellen, maar
áls dat wat wordt, dan is die hele kwestie van die wapenleveranties alweer
achterhaald. Dus het ís een compromis, maar geen slecht compromis."