''Je ziet jezelf in de spiegel en vindt jezelf of iets aan jezelf - je neus, spieren of het gezicht - heel lelijk, terwijl anderen dat helemaal niet zo zien,'' legt Vulink uit in BNR Denktank. ''Het gevaar is dat deze mensen angstig en somber worden, hun werk niet meer goed kunnen doen, met sociaal isolement tot gevolg.''
Volgens Vulink heeft 1 á 2 procent van de Nederlandse bevolking er last van. Ongeveer de helft van deze groep is van plan een chirurg of dermatoloog op te zoeken om het uiterlijk permanent te laten veranderen, terwijl ze eigenlijk naar een psychiater moeten, zegt ze. ''De meeste patiënten zijn na zo'n operatie nog steeds niet tevreden en gaan ‘doktershoppen’.''
De aandoening is vooral erfelijk en wordt versterkt door omgevingsfactoren zoals pesten en andere traumatische gebeurtenissen, vaak tijdens de jeugd.