'Slightly pornographic' Vogue viert feest
Vogue Nederland bestaat 1 jaar. En hoewel de Nederlandse tijdschriftenmarkt onder druk staat, is de Nederlandse editie van Vogue omarmd door de fashionista's én advertentiemarkt van Nederland.
"Angst is niet het goede woord", antwoordt Karin Swerink, hoofdredacteur Vogue Nederland, op de vraag of ze angst had toen ze zo'n grote titel als Vogue neer moest zetten in moeilijke economische tijden. "Je gaat niet een titel als Vogue in de markt zetten als je onzeker bent, dat kan gewoon niet."
En gelukkig voor Swerink hoeft ze zich ook nergens zorgen over te maken, want het blad loopt goed. "De gemiddelde oplage is nu 60.000. Maar het is niet eens de oplage die goed gaat: het blad vind ik vooral heel goed. Daar ben ik heel trots op."
Van een lastige advertentiemarkt heeft Vogue Nederland geen last. “We presteren enorm boven de begroting. Vogue is een heel mooi merk en ik kan me voorstellen dat als je zelf een mooi merk hebt, je daar bij wilt horen.”
Uitgever vs. redactie
Vogue-uitgeverij Condé Nast laat Swerink vrij in haar keuzes voor het blad. “We hebben wel eens discussie over dingen, maar ze roepen altijd dat ik de hoofdredacteur ben, ik in Nederland woon en weet wat het beste is voor Vogue Nederland. “
In elk land heeft Vogue heeft z’n eigen stempel. “De Italiaanse Vogue is heel creatief, de Franse meer sexy, de Engelse meer praktisch en de Amerikaanse traditioneler.”
De Nederlandse versie is volgens Swerink meer ‘underground’. “We zijn beroemd om de film Turks Fruit: blote borsten zijn bij ons makkelijker dan internationaal. We hebben wel eens het commentaar gekregen dat we 'slightly pornographic' zijn, maar dat is een beetje wat bij Nederland hoort. Er was één nummer waarbij er19 tepels zichtbaar waren: dan is het wel een keertje klaar.”
Oogje in het zeil
Maar de uitgever houdt vanuit Londen wel een oogje in het zeil. “Er is een vrouw die ons aanstuurt. Zij heeft twintig jaar bij de Engelse Vogue gewerkt, dus ik kan veel van haar leren. Je kan voor jezelf discussie uitlokken, maar ik neem ook wel eens beslissingen tegen haar advies in. Gewoon omdat ik vind dat het voor onze Vogue goed is.”
Als voorbeeld noemt Swerink de cover van het septembernummer. “Die vond ze slordig, maar die editie heeft heel goed verkocht. Het blad stond voor de romantic revolution die ik graag wilde vertellen. Het klopte helemaal bij het verhaal.”
Bloeien
Swerink is bij het maken van een nummer vooral bij het begin en het einde dicht betrokken. “Ik geloof in de vrijheid van de redacteuren. Zij moeten bloeien, vliegen en iets mooier maken dan verwacht.”