CBP: wetten tegen terrorisme nutteloos
De nieuwe wetten die sinds de aanslagen van 11 september 2001 zijn ingesteld in het kader van terrorisme- en criminaliteitsbestrijding, hebben hun nut ng niet bewezen. Dat zegt Jacob Kohnstamm, voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Hij vindt het zorgelijk dat die wetten nog steeds van kracht zijn.
De aanslagen in New York en Washington op 11 september hebben grote
gevolgen gehad voor de privacy van burgers, ook in Nederland,
zegt Kohnstamm: "Na 9/11 is een indrukwekkende lijst aan wetten goedgekeurd in
het kader van terrorisme- en criminaliteitsbestrijding. Als je als
politicus destijds kritisch was over dit soort wetsvoorstellen, werd je
al snel verweten dat je heulde met de terroristen. Ook al is er van al die wetten die in de periode na 9/11 zijn
ingevoerd, de toegevoegde waarde nog niet aangetoond, toch is er nog
niet een van die wetten geschrapt. Dat is zorgelijk.
Identificatieplicht als boeteverdubbelaar
Kohnstamm noemt twee voorbeelden van wetten die dankzij 9/11 zijn
goedgekeurd: de bewaarplicht van bel- en internetgegevens en de
identificatieplicht. "De identificatieplicht werkt in de praktijk als
boeteverdubbelaar. Een junk die zonder te betalen met de metro in
Amsterdam meerijdt, krijgt daar een boete voor en gelijk ook eentje
omdat hij zich niet kan identificeren. Dat heeft niets met terrorisme-
of criminaliteitsbestrijding te maken."
Volgens Kohnstamm is er nog steeds geen overtuigend bewijs dat de
bewaarplicht voor bel- en internetgegevens heeft bijgedragen aan de
bestrijding van terrorisme. Dat geldt volgens hem ook voor de
bewaarplicht van bel- en internetgegevens.
Schijnbeveiliging
Ook de beveiliging op luchthavens die na de aanslagen flink is
aangescherpt, heeft niet veel effect op de veiligheid. "Je schoenen
uitdoen, flesjes inleveren. Het roept heel veel ergernis op bij
reizigers en geeft uiteindelijk alleen schijnbeveiliging."